15 hij in de omliggende kampongs geneeskundige hulp verleende waar deze verlangd werd. De gezindheid van de bevolking was sedert onze eerste aankomst aanmerkelijk verbeterd. Nadat twee rustdagen te Bima waren gehouden, werd, onder mijne persoonlijke leiding, van 6 tot 10 Maart 1908, een tocht gemaakt door het Zuidelijke en Oostelijke deel van het land schap. Hieraan namen de 5 brigades maréchaussée deel. Om 6| uur v. m. van eerstgenoemden datum werd de tocht aanvaard, welke, behalve door den Civiel Gezaghebber, ook werd medegemaakt door den Sultan, den Sultan Moeda, en alle Bimasche landsgrooten. Het eerste doel was, om via Sapeh, naar Karoemboe aan de Zuidkust van het eiland op te rukken, omdat de hoof den van dezen kampong zich nog niet hadden gemeld. Ten uur n. m. werd de waterscheiding tusschen Noord en Zuidkust overgetrokken en om 5 uur n. m. kampong Sari bereikt en daar het bivak betrokken. Den 7den Maart den marsch vervolgende, werd eerst kampong Sapeh bezocht en nadat zich hier alle hoofden en oudsten gemeld hadden, doorgerukt naar kampong Soemi. Deze werd om 14 uur n. m. bereikt en daar de nacht doorgebracht. Hier werd ver nomen, dat de bevolking van Karoemboe van elke poging tot verzet had afgezien en de hoofden reeds bezig waren om de vuur- en blanke wapens in te nemen. Na een zeer vermoeienden marsch, van 672 uur v. m. 4x/2 uur n.m., werd den volgenden dag de belangrijke, aan de Wa- woradébaai gelegen, kampong Karoemboe bereikt. Gedurende ons verblijf aldaar op den 9den Maart meldden zich alle hoofden, terwijl 33 voorlaadgeweren, munitie en blanke wapens werden ingeleverd. Aangezien, naar luid van ingekomen berichten, de bevolking van Ngali zich wenschte te onderwerpen, begaf de colonne zich den volgenden dag daarheen op weg. Na om Qlj2 uur v. m. aanvankelijk in Westelijke richting langs het strand te zijn ge marcheerd, werd vervolgens het scheidingsgebergte beklommen en om 9 uur v.m. het hoogste punt daarvan 750 M.) bereikt. Yan hier werd afgedaald naar Ledo, alwaar de glarang, de le- beh en een groot gedeelte van de overgebleven inwoners van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 487