21 het aan die zijde gelegen terrein, dat met hoog opgaand kreu pelhout begroeid was en waar ook groote bamboedoerie stoelen werden opgemerkt. Yoor zoover kon worden nagegaan, had de vijand zich opgesteld in den rand van dat bedekte terrein, zijn rechtervleugel aangeleund aan de rivier, zijn linker aan een open sawahvlakte. Onmiddellijk werden bevelen gegeven om de colonne in ge vechtsformatie te ontwikkelen en 's vijands vuur te beantwoor den. In de voorste linie kwamen drie brigades Maréchaussée, die daartoe opmarcheerden, op den linkervleugel daarvan het kanon van 3,7 Sn. De 4de brigade nam op 100 M. achter de voorste linie plaats, terwijl de 5de brigade als reserve volg de. Tusschen deze beide brigades waren de gevechtstrein en de ambulance opgesteld. Nadat 's vijands vuur verminderd was, rukte het geheel voor waarts in de richting vanwaar de lillaschoteu waren gekomen. De vuurmonden waaruit deze schoten waren afgegeven, vielen ons korten tijd daarna in handen. Zij waren opgesteld in de nabijheid van een grooten asemboom, en de vijand, die aldaar eenige gesneuvelden bleek te hebben achtergelaten, had zich klaarblijkelijk den tijd niet gegund, om zijn geschut in veiligheid te brengen. Ten einde de kans op mogelijke klewangaanvallen te vermin deren werd last gegeven om geleidelijk het bedekte terrein te verlaten en naar het droge sawahterrein aan te houden. Zoodra de sawahvlakte bereikt was, werden de huizen van kampong Pondjok ontwaard, en werd uit den rand van dien kampong geweervuur ontvangen. Klaarblijkelijk had de vijand zich naar dit punt begeven, na uit zijne eerste opstelling te zijn verdreven. Intusschen had de colonne twee gewonden gekregen, waaron der een matroos, behoorende tot de bediening van het kanon van 3.7 Sn. (licht). Na 's vijands vuur gedurende eenigen tijd te hebben beant woord, rukten de brigades der voorste linie tegen den kampong op, welke daarop door den vijand werd ontruimd. Inmiddels was de nevel opgetrokken en werd opgemerkt, dat op 250 M. ten Noorden van Pondjok de versterkte kampong Beroe was gelegen, uit welks rand nu en dan eenig geweervuur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 493