25 Na de rivier van Taliwang te zijn overgetrokken, werd langs een vrij goed pad, hoofdzakelijk in N. O. richting naar kampong Sloto gemarcheerd, dat om uur v.m. bereikt werd. Hier werd een oogenblik halt gehouden, het kamponghoofd opontboden en hem als gids naar Moteng medegenomen. De weg van Sloto naar Moteng voerde over een bergrug, die met dicht bosch begroeid was. Hoewel het heldere maan was, had men in het dicht begroeid bosch geen licht, en moest het klimmen en dalen uiterst voorzichtig geschieden. Omstreeks 5V2 uur v.m. van den 21en Maart werd de vlakte bereikt, waarin Moteng aan den Zuidrand van het heuvelland gelegen is. Behoed zaam voortsluipend werd Moteng genaderd en om 6 uur v.m. de kampong in den looppas binnengedrongen. Onmiddellijk werden de 8 aanwezige huizen omsingeld en kleine afdeelingen aan den Westrand van den kampong opgesteld. Uit een der huizen sprong een met geweer bewapend kwaad willige die zich tot vuren gereed maakte, doch door de daar opgestelde Mar. werd neergeschoten. In een ander huis werden ook stemmen gehoord. Ten einde te trachten hen gevangen te nemen zond ik de bij mij zijnde gidsen daarheen met opdracht hen over te halen ongewapend buiten te komen. De gidsen gingen het huis binnen, doch sprongen er dadelijk weer uit, omdat de daarin aanwezigen op hen wilden vuren. Twee hunner trachtten met geweer bewapend te vluchten door zich door de vloer te laten zakken, zij werden echter door de daar opgestelde Mar. neergeschoten, terwijl nog 2 kwaadwilligen door ons vuur in het huis sneuvelden. De andere huizen bleken bij onderzoek verlaten te zijn. In het geheel bleven in onze handen 5 gesneuvelden, 1 achter- en 4 voorladers. De gesneuvelden werden allen herkend als volgelingen van La Oenroe, hij zelf was er niet bij- Hoogstwaarschijnlijk was het een der door hem uitgezette wachtposten ter waarschuwing indien wij in Oostelijke richting oprukten. Het kamponghoofd van Sloto had ondertusschen medegedeeld, dat La Oenroe volgens geruchten reeds in de richting van den meer Oostelijk gelegen kampong Bangkat Montit, ja wellicht naar de bergkampongs Rarak gevlucht was.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 497