26 Onmiddellijk werd doorgerukt en om 81Ji uur v.m. Bangkat Montit bereikt en binnengedrongen. De bevolking was grootendeels gevlucht, echter kwamen eenige mannen ongewapend te voorschijn, die na eenige aarzeling ver klaarden, dat La Oenroe werkelijk den vorigen dag even te Bangkat Montit vertoefd had, doch daarna met zijn gevolg, hoofdzakelijk bestaande uit vrouwen en kinderen en slechts eenige met geweer bewapenden, naar het bergcomplex Rarak was uitgeweken. Wederom werd besloten de vervolging onverpoosd voort te zetten en om 9 uur voormiddag werd in de richting van Rarak voortgerukt. Zooals later bleek, bestaat het Rarakcomplex uit 2 kampongs Rarak en de kampong Roengoes, in welke laatste het gezin van La Oenroe zich zoude bevinden. De weg van Bangkat Montit, de laatste kampong in de vlakte, naar Rarak op het hooggebergte, voert langs een steil bergpad waarover 3 uur zonder noemenswaardig oponthoud geklom men werd. Het bergplateau en ook de hellingen der bergen zijn met oerwoud bedekt, zoodat van boven geen uitzicht op de vlakte verkregen kon worden. Onderwijl de colonne den berg besteeg werden eenige met lans bewapende personen tegengehouden (de voorste brigade had order niet te schieten); zij werden ontwapend en verklaarden dat La Oenroe werkelijk nog in Rarak was. Ongeveer 12 uur 's middags, toen blijkbaar de top bijna bereikt was en de troep door het klimmen langs het steile bergpad en den reeds 12 uren langen marsoh vermoeid was, werden plotseling boven ons hoofd bijlslagen en daarna het vallen van boomen gehoord. Met de grootste voorzichtigheid werd verder geklommen en nu bemerkten wij, dat men bezig was den top van den berg te versterken en te versperren. Doortastend handelen was hier een gebiedende eisch. Onmiddellijk kregen drie brigade last te attaqueeren en ondanks de groote vermoeidheid stormden de maréchaussées naar boven. Hier bleek een groote menigte volk met het maken van een versperring bezig te zijn, waaronder eenigen met geweer, doch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 498