- 34
Civiel Gezaghebber de hand te leggen op de geheele familie
van den nog oproerigen Magaparang.
Naar aanleiding van verkregen inlichtingen, dat laatstgenoemde
met 4 volgelingen in den omtrek van kampong Sekongkong zou
rondzwerven, werd de Onderluitenant Schouten, die van ziekte
hersteld den 9en April weer bij de colonne terug was gekeerd,
met een brigade ter opsporing van die lieden, daarheen gezon
den. Hierbij sloot zich de Civiel Gezaghebber aan. Eene
andere brigade ging als dekking van den opnemer uit, om het
terrein in de richting van Sekonkong in kaart te brengen,
terwijl eene brigade in den omtrek van Djaréwé patrouilleerde.
Djaréwé is een groote Soembawasche kampong, met meer dan
200 flinke huizen. De houding der bevolking liet niets te wenschen
over; door den Anti Desa waren bereids 4 achter- en 111 voorlaad-
geweren, 16 ijzeren kanons en ongeveer 600 lansen ingeleverd.
In den morgen van den 12en April overviel de Onderluite
nant Schouten de schuilplaats van Magaparang in het rotsge
bergte ten Z. W. van Sekongkong. Zij bleek echter verlaten
te zijn, doch twee volgelingen van dat hoofd vielen in onze
handen. Denzelfden dag belegde ik eene groote vergadering
met den Sultan, den Sultan Moeda en de hoofden van Djaréwé,
waarin plechtig beloofd werd, dat alle mogelijke pogingen in
het werk zouden worden gesteld, om Magaparang in handen te
krijgen. De geheele mannelijke bevolking van Sekongkong was
reeds op de been gebracht, om het terrein af te zoeken.
Ten einde het uitwijken van genoemden oproerling naar Ma-
tajang te beletten, werd den 13den April eene brigade onder
Luitenant Minderman daarheen gedirigeerd. Daar ik de verdere
achtervolging met vertrouwen kon overlaten aan den Onder
luitenant Schouten, gesteund door de Djaréwé'sche hoofden, en
mijn verder verblijf ter plaatse overbodig was, keerde ik op
dezen dag met 1 brigade om 4J uur n.m. naar Tali wang terug,
de gevangen genomen familie van Magaparang medevoerende.
Deze veroorzaakte gedurende den marsch zooveel overlast,
dat wij eerst om 10 uur n.m. Taliwang bereikten.
Reeds den 14dep 's morgens ontving ik bericht, dat Maga
parang, die zich eenige uren na mijn vertrek in Djaréwé had
vertoond om zijn gezin op te eischen, door de verzamelde be-