36
In den namiddag van den 22en April 1908 te Laboean Soem-
bawa aangekomen, begaf ik mij, vergezeld door den van Makasser
medegekomen Kapitein der Marécbaussée Heijligers, dien ik
bestemd had voor het commando over de Maréchaussee colonne,
nog denzelfden avond naar Soembawa besar. Hier trof ik de
colonne onder Luitenant Minderman aan.
Deze officier was den 18en April t. v. om 5lj2 uur n.m na
een inspannenden driedaagschen marsch, hoofdzakelijk langs
het strand en door het rotsachtig terrein in de nabijheid daar
van, te Laboean Soembawa aangekomen. In het doorgetrok-
kengebied had de bevolking allerwege de wapens ingeleverd.
Na een rustdag gehouden te hebben, was den 20en April de
marsch naar Soembawa besar voortgezet, en aldaar, in af
wachting van mijne terugkomst, een bivak betrokken.
H. M. Siboga kwam den 22en April te Taliwang aan, waai
de landingsdivisie vervangen werd door een van Makasser over
gevoerde groep Infanterie. De bezetting van deze plaats (twee
groepen Infanterie) kwam van af dien datum voorloopig onder
bevel van den 2den Luitenant der Infanteiie Brandon.
Den 24sten en 25sten April hield ik te Soembawa vergade
ringen met den Sultan en de landsgrooten ter bespreking van
verschillende bestuursaangelegenheden. Inmiddels was door mij
aan de Regeering voorgesteld, om het geheele eiland Soembawa
te stellen onder een Assistent-Resident, met standplaats Soem
bawa besar en deze nieuwe afdeeling te splitsen in drie on-
derafdeelingen, die ieder door een Civiel Gezaghebber zouden
worden bestuurd. Die onderafdeelingen zouden zijn:
le. Taliwang, omvattende de vazalstaten Taliwang, Djaréwé
en Serang.
2e. Soembawa, omvattende het overblijvende gedeelte van het
landschap van dien naam.
Be. Bima, omvattende de zelfbesturen Bima, Dompo en Sang-
gar,
Aan bezetting achtte ik voor den eersten tijd noodig te
Taliwang drie, en te Soembawa besar vijf groepen Infanterie.
1) Noot van het Departement van Oorlog.
Bij O. B. van 1 Febr. 1909 No. 48 werd in dezen geest door den G. G, beslist, doch
de afdeeling Soembawa gevoegd bij de Residentie Timor en Onderhoorigheden.