van Dompo af en werd overal door de bevolking op klappers
en vrachten onthaald. Met behulp van prauwen werd de Bi-
ra abaai overgestoken; 's avonds om 8 uur was het geheel ter
hoofdplaats Bima teruggekeerd.
In eigenlijk Soembawa, Dompo en Sanggar waren ingeleverd:
112 ijzeren en bronzen kanonnen, 217 achterladers, meest alle
Beaumontgeweren, 2373 voorladers, 203 pistolen en revolvers,
en ruim 17000 lansen en krissen.
Daags na aankomst te Bima werd de voor de excursie samen
gestelde colonne ontbonden. Dien dag en de beide volgende
werden gewijd aan besprekingen met den Sultan en landsgrooten
van dit rijk.
Op den Ssten Mei werden per Gouvernements Stoomschip
„Dog" twee groepen Infanterie te Bima aangebracht, welke afdee-
lingen door mij als tijdelijke bezetting van Soembawa besar
werden aangewezen. Zij werden nog denzelfden dag daar
heen overgevoerd.
Den 8sten Mei scheepte ik mij, met de troepen die aan
de excursie hadden deelgenomen, op het stoomschip Reaal
in, waarmede wij den daarop volgenden dag te Makasser
terugkeerden 1).
1) Noot van het Departement van Oorlog.
Behalve in Bima ondervond de registratie nergens weerstand en werden orde en rust
tot op heden niet meer verstoord.
In Bima was de meeste tegenkanting tegen de registratie en werd zelfs inDonggaden
22sten November het gevolg van den Sultan aangevallen, toen deze zich naar Kg. Kala
had begeven om de registratie aldaar krachtig door te voeren.
De Gouverneur van Celebes vertrok daarop onmiddellijk met twee brigades mar.
onder Kapitein Liefrinck naar Bima en wist het verzet spoedig te onderdrukken, nadat
de rotsstalling nabij Kg. Lambie was genomen. Ook in dit gewest werden orde en
rust daarna niet meer gestoord.