2 Thans bestaan reeds eenige divisiën, doch daarnaast worden, zij 't dan ook als tijdelijke maatregel, een aantal troepen der vroegere weermacht, eenigszins gemoderniseerd ^gehandhaafd. EER5TE B00FD5TUK. Bestanddeelen der Chineesche ïreermacht, A. Strijdkrachten volgens het reorganisatiebesluit van 1907. a. Landleger (Lu-Kiun). Tot dusverre zouden nog niet meer dan 8 volle divisiën aan wezig zijn, de overige bestaan of voor een gedeelte öf moeten nog gevormd worden. De sterkte der in het begin van 1909 bestaande nieuwe for maties wordt geschat op 140000150000 man, waarvan 40000 in Chili, 10000 in Shantung, 30000 aan de Yang-Tsé en 25000 in Zuid-Mandsjoerije 2). Zie Bijlage 1. b. Politieleger (Siun-Jin-Kiun.) c. Territoriale troepen (Siun-Fang-Tuë). d. Keizerlijke paleistroepen (Hu-Wei-Kiun.) e. Gendarmerie (Jin-Cha-Tuë). B. Overblijfselen van de weermacht vóór het in uitvoering brengen van het reorganisatiebesluit van 1907. a. Mandsjoe Leger der Acht Banieren (Pa-Chi). b. Chineesche Leger van de Groene Banier (Lu-Jing). c. Mongoolsche en Tibetaansche troepen. d. Landelijke militie (Toan-Lien). e. Bijzondere garde der mandarijnen. 1) In ver van de hoofdstad gelegen streken schijnt men de oude formatien alleen van naam te hebben veranderd. 2) De sterkte der 1ste Divisie te Peking zou in Mei 1910 5227 man bedragen; zjj heeft echter veel troepen moeten afgeven tot vorming der gardedivisie. De 1ste en de 6de divisie zouden in Mei te zamen tellen; Genietroepen Geneeskundige dienst, intendance, enz. Politie Infanterie Cavalerie Artillerie 7800 mar 1900 1932 500 1450 600 Totaal 15982 man,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 528