22
Peking, de 4 divisiën van het Leger van Peking, één van de
drie in de provincie Sze-Chan en één van de twee in de provincie
Yu-Nan te vormen divisiën.
Deze regeling was echter gemakkelijker gemaakt dan uit
gevoerd. De provinciale kassen bleken over het algemeen over
te weinig middelen te beschikken, om het verlangde aandeel en
de onkosten der weermacht op te brengen. Echter schijnt de
Keizerlijke Regeering niet van plan te zijn op alle bezwaren in te
gaan. Zoo dienden in 1909 de onderkoning van Liangkiang en
de gouverneur van Kiang-Su te zamen het verzoek in het bedrag
van 210000 taels, dat zij tot onderhoud der nieuwe formaties
moeten opbrengen, te verminderen op 105000 tails. Echter werd
dit verzoek rondweg geweigerd en opnieuw bepaald, dat de
Liangkiangprovinciën de nog over 1908 verschuldigde 160000
taels hadden te voldoen en bovendien in de toekomst 210000
tails per jaar.
Het is de vraag, of de Regeering door zulk optreden altijd
succes hebben zal. Zoolang het financiewezen niet op deug-
delijken voet is ingericht, kan een krachtig doorzetten van de
militaire hervormingen niet verwacht worden.
De militaire uitgaven in 1908 werdea geschat op 60 millioen
tael 105 millioen gulden. De jaarlijksche kosten van het
gemoderniseerde Leger, wanneer de reorganisatie voltooid is,
worden geraamd op minstens 92 millioen tael 161 millioen
gulden. Eene divisie kost de betrokken provincie jaarlijks 1.400.000
tael, waarvan 1.130.000 tael alleen voor tractementen, enz.
ZESDE 500FD5TUK,
Bet (Diliiaire Onderlijs,
Eene van de zwakke zijden der nieuwe formaties is het
officierskorps. Vroeger ontvingen de officieren nauwelijks eenige
vakopleiding; zij verkregen hun rang hoofdzakelijk door
geld of door begunstiging. Met het invoeren van de nieuwe
formaties is de opleiding der officieren op vaste grondslagen
gevestigd. De groote behoefte aan officieren maakt het echter
onmogelijk, allen even grondig op te leiden. Het zal dus
nog jaren en jaren duren, voordat het Chineesche Leger in