23 het bezit is van een officierskorps, dat aan redelijke eischen voldoet. Sedert eenigen tijd bestaat naast het Ministerie van Oorlog eene Inspectie over het militaire onderwijs. De opleiding tot officier zal geschieden als volgt: De aspirant-officier moet 1518 jaar oud zijn, gezond en welgemaakt, vrij van onteerende hartstochten en geen eenige zoon zijn en goed lager onderwijs genoten hebben. Per provincie is er eene voorbereidende militaire school met driejarigen cursus; hier ontvangen de aspiranten hunne eerste militaire vorming. Aan het leerplan dezer scholen sluiten zich aan de cadetten scholen te Peking, te Nanking, te Wuchang en te Si-Ngan-Fu. Deze cadettenscholen hebben een tweejarigen cursus en dienen om den cadetten eene algemeen wetenschappelijke ontwikkeling, benevens de beginselen der militaire wetenschap, bij te brengen. Daarna volgen vier maanden practischen dienst bij den troep als onderofficier. Te Peking zal in 1911 worden opgericht de Keizerlijke officiers, school tot verdere vorming van hen, die de zooeven bedoelde cadettenscholen doorloopen hebben. De cursus duurt 1% jaar en dient om de militairwetenschappelijke vorming der leerlingen te voltooien. Daarna volgt weer IJ jaar practischen dienst bij den troep in den rang van vaandrig, tot het verkrijgen van een door den regiments-commandant af te geven getuigschrift, waarop aan de Keizerlijke school het officiersexameö wordt afgelegd. De benoeming tot Tweeden-Luitenant volgt, in orde van de ranglijst, zoodra er eene vacature komt. Eene hoogere krijgsschool zal te Peking opgericht worden. Mettertijd zullen voor elk wapen applicatiescholen worden op gericht, alwaar de officieren zich verder in hun vak kunnen bekwamen. Om zoo spoedig mogelijk in de behoefte aan officieren voor de nieuwgevormde troepenaeelen te voorzien, heeft men als tijdelijke maatregel, eenige snelafrichtingscursussen opgericht bij de provinciale militaire scholen en bovendien te Tao-Ting- Fu, waar alle van de provinciale scholen afkomstige aspiranten nog een eindcursus moeten doormaken. Ook bijzonder geschikte

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 549