28 naar hunne eigen inzichten bewapenden en uitrustten. De toestand is door de reorganisatie wel verbeterd, maar nog altijd hebben de provinciale autoriteiten veel in te brengen (Zieblz.20). Aan hoogerhand ziet men de groote nadeelen van geen één vormige bewapening te bezitten, zeer goed in en in beginsel is dan ook besloten, eenheid in de bewapening te brengen. Hiermede zal gepaard moeten gaan eene geheele reorganisatie van de militaire werkplaatsen, waarmede dan ook reeds be gonnen is. Er komen 3 groote werkplaatsen, n. 1. te Hanjang, te Ping-Siang-Tsien (Zuiden) en op eene nader te bepalen plaats in het Noorden. De werkplaats te Hanjang bestaat al; zij levert per dag 35 geweren (meestal het Duitsche model 98) en per maand 15 stuks snelvuurkanonnen, meestal van 3,7 c. M., af. In 1908 is ter uitbreiding 300.000 tael toegestaan. Echter zal de Chinee- sche langzaamheid de algeheele uitvoering van dit besluit wel veel vertraging doen ondervinden. Infanterie. Bij de infanterie, de gendarmerie en de politietroepen vindt men Duitsche infanteriegeweren 98, Mauser-, Mannlicher-, en Muratage- weren van verschillende modellen. Deze geweren zijn öf ingevoerd óf min meer geslaagd in de Chineesche werkplaatsen nagemaakt. Er schijnt een nieuw geweer met een kaliber van 6.8 m.M. door een Chineesch ingenieur samengesteld te zijn. De proeven zouden zeer bevredigd hebben; echter nemen de Chineesche legerautoriteiten eene groote geheimzinnigheid omtrent het nieuwe wapen in acht. De infanterist heeft een draagriemenstel, waaraan bevestigd zijn drie patroontasschen één achter en twee vóór en een veldzak van bruin zeildoek. In de patroontasschen worden geborgen 120 patronen; aan de rechterzijde van de rechtertasch is bevestigd een klein messingen oliekannetje. Aan weerszijden van den veldzak zijn vastgegespt een paar schoenen, om het geheel komt de opgerolde deken, terwijl de eetketel op de buitenzijde en de opgerolde mantel boven op den deken is bevestigd. Voorts een stuk pioniergereed-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 554