29 schap. De aluminium veldflesch hangt links aan den kop pel. Verder nog een broodzak, waarin het noodration beschuit. Het is mogelijk, dat deze broodzak in de toekomst verdwijnen zal; tot nu toe waren de manschappen gedurende de herfst- manoeuvres voorzien van eenige kleedingstukken, speciaal bestemd voor de parade, waarmede de oefeningen besloten werden. Op den duur zal men het nuttelooze van deze gewichtsvermeerdering inzien en dan kan de broodzak vervallen. In den veldzak bevinden zich een stel kleeding en uitrusting, enz. Ook meestal een tandenborstel en tandpoeder. De uitrusting aan pioniergereedschap bedraagt per peloton (1/3 compagnie): 18 hakmessen, 15 velds-choppen, 10 bijlpikken. Bovendien heeft 1 man per sectie eene kleine zaag. De officieren zijn gewapend met sabel en revolver. Dat ook op het gebied van revolvers de meest mogelijke verscheidenheid heerscht, spreekt van zelf. De luitenants dragen eene veldtasch op den rug tot berging van ondergoed, e. d.; aan den koppel is eene kaartentasch be vestigd. Verder een aluminium veldflesch en een veldkijker. De bereden officieren dragen natuurlijk geen veldtasch. Cavalerie. Evenals de infanterie, kent de cavalerie eene groote verschei denheid in hare vuurwapens, waaronder vele van het Duitsche model 88. Voorloopig schijnt het Chineesche Legerbestuur aan het eenvormig maken van de bewapening der cavalerie niet veel waarde te hechten. De geheele cavalerie is gewapend met eene licht gebogen sabelsommige regimenten zouden bovendien eene lans voeren, welke echter alleen voor parades en dergelijke bijzondere ge legenheden schijnt te dienen. Voor de officieren geldt hetgeen boven reeds van de uitrus ting der bereden infanterieofficieren is medegedeeld. Zadel en hoofdstel zijn van Japansch model. Gewoonlijk wordt op eene enkele trens gereden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 555