30 -
Mitrailleursenz.
Er zijn hoofdzakelijk drie soorten mitrailleurs in gebruik, n. 1.
de stelsels Vickers-Maxim en Madsen en het Japansche model.
De Vickers-Maxim-mitrailleur wordt met drievoetaffuit en
gereedschapkist op 1 draagdier vervoerd; bij eiken mitrailleur
behooren bovendien 3 draagdieren, elk beladen met 8 ijzeren
munitiekisten.
De drievoetaffuit heeft een zitplaats.
De Madsen-mitrailleur, ook wel geweer-mitrailleur genoemd,
rust met het voorste gedeelte op eene soort vork; heeft overi
gens geen affuit of iets dergelijks. Wijze van vervoer als bij
den vorigen. De patronen worden ingebracht door middel van
houders, die elk 25 ervan inhouden.
Het Japansche model is gemaakt naar het stelsel Hotchkiss,
zonder waterafkoeling of zitplaatsen.
Artillerie.
Sedert kort heeft men de oudste modellen, nog dateerende
uit de jaren zeventig en tachtig der vorige eeuw, uit de Lu-
Kiun weten weg te werken, hetgeen al een groote vooruitgang
genoemd mag worden. Echter blijft het aantal nog aanwezige
soorten groot genoeg. Zoo zit het Chineesche Leger opgescheept
met een groot aantal Japansche kanonnen, die in den Mand-
sjoerijschen veldtocht vrij wel opgebruikt, doch oppervlakkig
hersteld zijn. Men vindt voorts Schneider snelvuurkanonnen
van 7. 5 c. M., Krupp snelvuurveldkanonnen van 7. 5 c. M., Krupp
snelvuurbergkanonnen van 5.7 en van 7.5 c. M. van velerlei
stelsels, verder pompom 's, e. d.
Het Ministerie van Oorlog is ernstig werkzaam tot het ver
krijgen van de noodige eenvormigheid, ook in de geschut-
bewapening, waartoe in 1908 vergelijkende proeven genomen
zijn tusschen modellen, aangeboden door de fabrieken Krupp
en Schneider. Eene beslissing is echter nog niet genomen.
Bij de manoeuvres van 1908 trad bij een der partijen uit
sluitend bergartillerie op (minstens 36 stukken), geheel bewa
pend met Krupp snelvuurberggeschut M. 1908, waarover men
zeer tevreden was en dat bestemd scheen voor invoering bij de
geheele bergartillerie.
Per stuk 5 bedieningsmanschappen; 4 stukken per batterij.