- 40
Aanvankelijk scheen het, of de Prins-Regent met krachtige
hand het Chineesche Rijk verder op den weg van hervorming
zou leiden. Echter bleek al heel spoedig, dat hij zich in de
armen der behoudende partij geworpen had en dat hij daarmede
de verdere ontwikkeling van China voorloopig tot stilstand
brengen, althans aanzienlijk vertragen zou.
Het ontslag van den hoogst verdienstelijken en vooruitstre-
venden Yuan-Shi-Kai op den 2den Januari 1909 was eene
duidelijke aanwijzing van den koers, waarin de Prins-Regent
voortaan sturen zou en een besluit betreffende de maansver
duistering op den 27sten November 1909, waarbij op hoog bevel
de dwaze en meer dan bijgeloovige ceremoniën van vroeger
jaren weder ingevoerd werden, bevestigde, dat de Prins-Regent
met zijn verleden gebroken had en geheel onder den invloed
der behoudende Mandsjoe's gekomen was.
Niet alleen Yuan-Shi-Kai werd een slachtoffer van den nieuwen
koers. Tal van andere, vooruitstrevende mannen moesten hunne
hooge betrekkingen vaarwel zeggen, om plaats te maken voor
creaturen der behoudende Mandsjoe partij. Een onmiddellijk
gevolg hiervan was, dat de afscheiding tusschen Chineezen en
Mandsjoe's scherper, in plaats van flauwer, werd en dat daar
mede de pogingen eener vroegere regeering, om beide rassen
tot elkander te brengen, ongedaan werden gemaakt. Dat de
Prins-Regent ten gevolge van een en ander in den loop van
1909 het vertrouwen van alle vooruitstrevende elementen in
het Rijk, waartoe ook vele Mandsjoe's behooren, verloor, is dui
delijk; zelfs de groote meerderheid van het volk zag in de voort
durende droogte in sommige provinciën, in den watersnood in
andere provinciën, in de sprinkhanenplaag, welke elders voor
kwam, teekenen van den toorn des Hemels over de tekort
komingen van den heerscher en de troon werd aangespoord, in
het openbaar zijne zonden te bekennen, om zoodoende zich met
de Hemelsche machten te verzoenen en het volk te bevrijden
van de plagen, waarmede het bezocht werd.
Op den eersten Kerstdag 1909 werd een aanslag op het leven
van den Prins-Regent te Peking gepleegd, welke echter mislukte.
Hoewel de Regeering poogde de zaak stil te houden, lekte toch
uit, dat deze aanslag uitgevoerd werd door een soldaat.