46 gevestigd zijn, zal het met de reorganisatie der Zeemacht gaan als met zoovele andere plannen, die wegens geldgebrek niet tot uitvoering kunnen komen. Ook op verkeersgebied valt nog heel veel te doen. Heden ten dage twijfelt ook in China bijna niemand meer aan de nood zakelijkheid van spoorwegen, en buitenlandsch kapitaal en bui- tenlandsche ingenieurs tot het aanleggen van nieuwe banen zouden in meer dan voldoende mate te krijgen te zijn, wanneer de Regeering maar wilde. Zij is echter bevreesd voor vreemden invloed en het valt niet te ontkennen, dat de wijze, waarop Engeland, Frankrijk en de Vereenigde Staten trachten aan mo gelijke spoorwegleeningen deel te nemen, daartoe wel eenige aan leiding geeft. Toch zal China voor nieuwe spoorwegen in het buitenland moeten leenen, daar het zelf geen voldoende kapi taal heeft, tenzij het de uitvoering zijner spoorwegplannen voor langen tijd wil uitstellen. Het schijnt, dat men op het laatste zal moeten rekenen. Eene belangrijke gebeurtenis was de opiumconferentie in het begin van 1909 te Shanghai. Echter worden de gevolgen van die conferentie voor China en de verzekeringen der Chineesche ge volmachtigden omtrent de onderdrukking van het opiumgebruik allicht overschat. In sommige streken is wellicht eenige ver betering op te merken, doordat de ambtenaren aldaar met groote gestrengheid de bevelen der Keizerlijke Regeering uitvoeren, maar, over het geheel genomen, is het aantal opiumschuivers niet noemenswaard verminderd. De buitenlandsche politiek van China was gedurende 1909 zwak, het ontslag van Yuan-Shi-Kai bleef niet zonder gevolgen. Het verdrag met Rusland over de spoorwegzones in Noord- Mandsjoerije kan eene bron van latere moeilijkheden worden, terwijl China 's optreden tegenover Japan, aanvankelijk krach tig, doch zwak en toegevend, zoodra Japan toonde op zijn stuk te staan, evenmin een verheffenden indruk maakt. Tegenover Mongolië en Tibet kan de Chineesche Regeering zich ook niet krachtig doen gelden. Rusland schijnt thans in Mongolië door te dringen, terwijl de Dalai-Lama van Lhasa openlijk voor zijne Russischgezindheid uitkomt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 572