avond werd het bivak betrokken aan een der vele Poetjos
van de Aloeë Bateë Mirah.
Den volgenden morgen werd op het spoor van de neushoorn
jagers voortgemarcheerd, zeer voorzichtig met het oog op de
geplaatste valboomen, waarvan er onder weg 3 op het pad
werden ontdekt en zonder ongelukken de rotan's werden
doorgeslagen. Over een hoogen tjot vanwaar de W. Kust
te zien was, neergedaald in de Poetjo Aloeë Palong en aldaar
bivak betrokken.
Den 25sten, voortgaande op de sporen van de badakjagers,
werd de Aloeë Palong een eindweegs stoomafwaarts gemar
cheerd en over een hoogen waterscheidenden tjot gemarcheerd
naar den linker bronrivier van de Kr. Sikoeléh, aldaar gingen
de sporen verloren doordat het had gebandjird en daar op
het pad ook sporen in tegengestelde richting waren te zien
geweest, besloot ik naar de Aloeë Palong terug te keeren, om
van daaruit verder te zoeken.
Den 26sten Maart werd over den hoogen tjot weer terugge-
marcheerd naar den top en aldaar verlaten schuilplaatsen van
Keutjeue Maka en Peutoea Gam Masen ontdekt. Een dezer
schuilplaatsen was uitstekend gekozen, zij was geheel omringd
door karang-rotsen en druipsteengrotten (z.g. Djambo Sarang).
De badakjagers (als zoodanige waren mij bekend Keutjhi Maka
en Pang Brahim, de beide voornaamste bendehoofden uit de
gampong Poetjo Kawa) hadden daarin overnacht. Ik besloot
naar de vlakte terug te keeren op de sporen, die in de rich
ting Tangsé liepen en te trachten in den gampongrand de ja
gers op te sporen. Gebivakeerd aan de Poetjo Aloeë Bateë
Mirah in het bivak van den 23sten Maart.
De sporen in de richting van de gampong op 27 Maart vol
gende, kwamen wij op het groote pad uit, dat van de gampong
Poetjo Kawa over den hoogen tjot Poetjo Toedong loopt naar
de Aloeë Palong en de Kr. Sikoeléh; op dit pad werden ten
11 u. v. m. versche sporen ontdekt van een 5 tal beladen Atjehers,
die 's morgens nog uit de gampong waren vertrokken.
Deze sporen volgende, kwamen wij ten 2 u. n. m. aan de Aloeë
Tho, eene droge Aloeë op den Poetjo Toedong. Daar de sporen
doorliepen in de richting van de Aloeë Palong, en ik vermoedde
4