pas voor pas met den klewang daar doorheen moesten kappen. Ten 7 u. n.m. vonden wij eindelijk eene bivakplaats, aan eene flinke Aloeë. Den volgenden dag werd de Aloeë afgezakt tot hare monding in de Kr. Sikoeléh; daarna de Kr. Sikoeléh stroomafwaarts gemarcheerd. Deze marsch levert op tal van punten gevaar op van de steile rotsen naar beneden te storten. Tegen den laten namiddag konden wij niet verder en moesten wij een hoogen tjot op den 1. oever beklimmen en later weer afdalen, een zeer gevaarlijke onderneming, omdat de helling voortdurend bijna loodrecht was en telkens groote rotsblokken naar beneden vielen. Gelukkig kwam de staart van de patrouille nog juist voordat het geheel donker was binnen. Evenwel wachtte ons de onaangename verrassing, dat wij ons op een grintplaats midden in de Kr. Sikoeléh een nacht verblijf moesten inrichtenhout om bivak te maken of te koken konden wij in de duisternis niet meer zoeken, en zoo bracht de patrouille ten tweeden male den nacht door onder den blooten hemel, zonder eten en ieder oogenblik gereed om in geval van bandjir weer tegen de gevaarlijke helling op te moeten klau teren. Gelukkig bleef de waterstand normaal en konden wij, toen eindelijk de morgen aanbrak, op de grintplaats ons ont bijt koken. Den 1 sten Mei werd de Kr. Sikoeléh stroomafwaarts gemar cheerd, telkens weder op moeilijke punten stuitende, totdat ein delijk de samenvloeiing van de O.W. bronrivier werd bereikt, hier vonden wij sporen van de colonne Scheepens (begin 1908) en werden de terreinhindernissen aanmerkelijk geringer. De gids meende dat hij deze (vereenigde) Kr. Sikoeléh kende, zoodat wij vol hoop doormarcheerdentoen echter in den laten na middag de weg naar de ladangs van Peutoea Gam Masén nog niet was bereikt, werd die hoop weer minder. Bivak betrokken aan den 1. Kr. Sikoeléh oever, alwaar ik de laatste rijst uitdeel de (0.5 K.G. per man), de troep waarschuwende, dat wij daar misschien nog eenige dagen van zouden moeten leven. Hoewel de vivres op waren, besloot ik toch het zoeken naar de ladangs niet op te geven en niet den weg naar huis in te 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 586