oogloopend bespionneerd werd door den vijand, was ik ge noodzaakt, om de aandacht des vijands af te leiden, tot het maken van een grooten omweg. Ten 7 u. v.m. marcheerde ik den 16den Mei uit het bivak Tangsé met 2 brigades af. Meegenomen werden 8 dagen vivres (4 dagen bij den man). Gemarcheerd werd langs de Kr. Tangsé en daarna de Aloeë Dö 5 2 stroomafwaarts, daarna in N. richting' naar de Aloeë Seukeuë en aldaar bivak betrokken ten 5 u. n.m. Den 17 den Mei werd vóór het licht worden de Blang Malo overgestoken en gemarcheerd langs de Aloeë Seupot stroomop waarts. Bivak werd betrokken aan de Aloeë. Den 18den Mei werd een hoogen tjot langs een uitlooper op den 1. oever van de Aloeë Seupot beklommen, en langs ver schillende ruggen in O. en N. O. richting gemarcheerd; op den rug aan de Poetjo van eene onbekende Aloeë bivak betrok ken. Den volgenden dag werd doorgemarcheerd langs ruggen, hoofdzakelijk in O. richting en neergedaald in de Poetjo Aloeë Seupot, waar gebivakeerd werd. Daarna werd in Z. O. richting gemarcheerd naar de r. Poetjo Kr. Balé en deze een eind weegs stroomafwaarts gevolgd, en daarna in O. richting langs den voet der hooge tjotten gekapt. Ten 3 u. n.m. een beloopen voetpad ontdekt, met duidelijke voetsporen, komende uit de richting Tangsé. Bivak werd betrokken in de nabijheid van dit pad aan de Aloeë Betong Breukah (een der Poetjo's van de Kr. Balé). Den 21 sten Mei stonden wij, na uur de telkens ver borgen sporen gevolgd te hebben, plotseling voor een ladang. Verkeerde ik tot dusverre in het onzekere, waar ook de schuil plaats van Tgk. Dagang in de nabijheid van de Kr. Balé moest liggen thans wist ik, dat wij op het pad naar de schuilplaats van Tgk. Tjhi Majét waren, omdat het bestaan van de ladang mij uit spionnenberichten bekend was. Wij trokken in een grooten boog om de ladang heen en kwamen onbemerkt aan de andere zijde daarvan op het pad terug. Van hier af waren geene voorzorgen meer genomen om het pad te verbergen. Hier verzamelde ik den troep een oogenblik om mij heen, deelde mede, dat wij zeer vermoedelijk spoedig op de schuilplaats van den hoofdleider van het verzet in Pedië zouden stuiten en 11 1 O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 589