gegeven door den aan het hoofd stormenden Inl. Marechaussee, met veel élan attakeerden. Na 4 uur (11 u- 30 v. m.) verza melde ik den troepin onze handen waren gevallen 11 gesneu velde Atjehers, benevens 1 rep. karabijn M. 95, 1 Remmington- karabijn, 1 beaumontgeweer, 1 donderbus, blanke wapens en een 6 tal tjabs, waarvan ik er direct één als die van Tgk. di Boek ét zelf herkende. Nadat ik met den wd. Oeleëbalang van Tangsé de lijken had bezichtigd, kwamen wij echter tot de conclusie, dat de beide voornaamste Teungkoe's (Tgk Tjhi Majét en Tgk. di Boekét) waren ontkomen. Voorloopig bleef onbekend, wie die elf gesneuvelden waren; de teleurstellende ontdekking dat de beide voornaamste Teungkoe's ontkomen waren, deed mij besluiten om te trachten deze alsnog bij verdere vervolging in handen te krijgen. Overigens scheen mij het verkregen succes niet onbelangrijk en gelukkig waren er geene vrouwen en kinderen gewond of gesneuveld; slechts enkele vrouwen waren bij de attaque zichtbaar geweest en op hen was niet gevuurd. Het bleek bij het af zoeken van het terrein, dat de vrouwen zich overdag ophielden in kleine hutjes verborgen in een begroeiden steilen tjot achter de hutten (schets C). De schuilplaats bestond uit 15 flinke hutten en 1 meunasah (later bivakeerde ik er met 120 man in). Kranige stukjes wer den verricht door de spits, die tegen een steilen waterval opklom, vanwaar een hevig vuur op de patrouille werd geopend. Hier werden (zooals later bleek) de voornaamste Teungkoe's neergelegd, t. w, Tgk. Tjhèk Haroen, Tgk. Moeda Sjam, Tgk. Tjèk Saman, Habib Tjoet, terwijl door een gelukkig toeval onzerzijds niemand gekwetst werd. Aan de andere zijde van de schuilplaats werd eveneens een steilen tjot onder 's vijands vuur beklommen en maakten wij 1 beaumontgeweer buit, terwijl 3 vijanden daar het leven lieten. Nadat ik de brigades had medegedeeld dat de voornaamste Teungkoe 's ontsnapt waren, ging ik ten 1 u. n.m, tot de ver volging over, en wel in de richting, van waaruit wij de meeste repeteerschoten hadden gekregen ik hoopte, dat de voornaamste Teungkoe's eveneens daarheen waren gevlucht. De vluchtelingen (waarbij blijkens bloedsporen een gewonde) waren in N. richting 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 591