15 teerd, die onze sporen gevolgd waren. Eene dier vrouwen, eene dochter van wijlen Tgk. Panté Radja (Tgk. Tjhi Tiro's broeder), was reeds een maal door mij gearresteerd, waarschijnlijk bij de overvalling der Teungkoe's aan de Kr. Meu (Februari 1 908). Ik hield het kind zorgvuldig gescheiden van de beide vrouwen, om te voorkomen dat ze het zouden verbieden om te spreken. Langs denzelfden weg werd 23 Mei de schuilplaats bereikt en na het vaststellen der namen van de gesneuvelden naar Tangsé teruggemarcheerd, waar de patrouille den 24sten Mei aankwam. Een mijner spionnen, dien ik had uitgezonden ter begraving der lijken, rapporteerde den 26sten Mei 's avonds dat bij de schuil plaats, behalve de 11 lijken, een versch graf was aangetroffen, in der haast gegraven. Volgens het bendehoofd Pang Baléh, door hem ontmoet, was Tgk. di Boelcét bij de overvalling gewond, op eenigen afstand van de schuilplaats overleden en later door de moslimin begraven. Voorts zou Tgk. Tjhi Majét nog zoek zijn, althans hadden andere vluchtelingen tot heden ver geefs naar hem gezocht. Voorts was bij de schuilplaats eene gewonde vrouw aangetroffen met een schot door den voet; deze vrouw Tjoet Nja Indrapoeri, weduwe van Tgk. Tjhi Tiro, was door de gampong bewoners meegenomen. Ik stond toe, haar in de gampong te verplegen. De beide andere vrouwen stelde ik op vrije voeten. Den 27 Mei werd het sneuvelen van Tgk. di Boekét nog eens bevestigd van andere zijde, waarop ik er kennis van gaf aan het Bestuur. Ik besloot nog eens uit te rukken om te trachten iets naders te weten te komen. Eerst wilde ik naar Beungga gaan, waar een vluchteling van de bende ge zien was. Daar vernam ik den 31 sten Mei, dat de vluchteling genaamd Si Tandjong reeds weder naar Tangsé was terug gekeerd. Daarentegen kreeg ik bericht, dat een 12 tal vol gelingen van Tgk. Dagang Blang Djeurat onder Tgk. Lawat den volgenden dag in Beungga zouden komen om sabilgelden te innen. Ik sprak met een spion af, mij den volgenden avond aan de Koeala Aloeë Reb te ontmoeten om nadere berichten in te winnen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 593