Den volgenden morgen nam ik den schijn aan van naar Pedië terug te keeren, doch aan de N. helling van den Goenong Grambong gekomen daalde ik langs den Glé Seutoej weer af in de Aloeê Klo Kla, en kapte vandaar door het terrein, over de Aloeë Bili en de Aloeë Som naar de Aloeë Rebeen zeer zware marsch, die bovendien voor niets was geweest omdat de spion mij daar berichtte, dat de bende weer naar Tangsé terug was. Bivak betrokken in de Meunasah Blang Boeboeë. In de veronderstelling dat het op 22 Mei veroverde repe teergeweer M. 95 in de Poetjo Kr. Meu was buitgemaakt, besloot ik langs de Kr. Meu te trachten de schuilplaats te bereiken, in de hoop in den omtrek nog iets aan te treffen. Daartoe werd de Kr. Meu stroomopwaarts gevolgd en voorbij Take Gante in den avond van 3 Juni bivak betrokken. Deze marsch leverde zeer veel bezwaren op, wegens de steilte der rotswanden. Den volgenden dag werd de tocht langs genoemde rivier stroomopwaarts voortgezet, totdat er bijna geen water meer in was. Bij het omgaan van een waterval stortte een Inl. Marechaussee van de rotsen naar beneden door het breken van een wortel en werd bewusteloos opgenomen. Met veel moeite werd de man, die zwaar gekneusd was, in de tandoe tegen den steilen rotswand opgetrokken. Wij beklommen daar ik inmiddels tot de overtuiging gekomen was, dat ik niet in de Kr. Meu de 2e overvalling bad gedaan de steile helling van den Goenong Meureuseu.' en kwamen door in O. richting te kappen uit op den top van den Gg. Alimon, waar ik weldra een pad ontdekte, dat ik herkende als het pad dat van uit de schuilplaats der Teungkoe's naar Pedië liep. Dit pad volgende, bereikten wij met de duisternis den Goenong Taleuë aan de Kr. Tiro. Afdalen in de kali was door de duisternis niet meer mogelijk, zoodat wij in de alang2 onder den blooten hemel bivakeeren moesten zonder te kunnen koken. Den 5den Juni zond ik een brigade naar Lam Meulo om den gewonde te evacueeren en betrok met de andere brigade zoolang een bivak aan de Kr. Tiro tegenover de Blang Sala. Omstreeks den middag van den 6den werden wij omsingeld door 2 brigades van de 4e Divisie, die ons voor móslimin had gehouden. Deze brigades, die in opdracht hadden den omtrek 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 594