van de schuilplaats af te zoeken, betrokken gezamenlijk met ons het bivak. De naar Lam Meulo gezonden brigade keerde in den namiddag terug. Den volgenden morgen werd gezamenlijk afgemarcheerd naar de overvallen schuilplaats. Wij moesten tot 3 u. n.m. onafge broken klimmen zonder water te vinden en daarna nog 2 uur, eveneens zonder water, over den top en de helling naar de schuilplaats marcheeren. Gezamenlijk gebivakeerd in de schuil plaats. Hier werden inderdaad 12 graven aangetroffen, waar onder een afzonderlijk gelegen, dat mij was beschreven als het graf van Tgk. di Boeket. De brigades 4e Divisie bleven nog in den omtrek patrouil leeren. Ik zelf patrouilleerde dien dag nog aan de Kr. Balé, de Aloeë Blang Panda en andere zijriviertjes van de Kr. Balé en betrok bivak bij de splitsing ten Z v/d Blang Panda; zonder iets bijzonders te hebben ontdekt, keerde ik den 9den te Tangsé terug. Over Poetjo Peumalóm terug naar het bivak Tangsé. Aankomst 11 u. v. m. Van spionnen vernam ik daar dat den 15den Juni Tgk. Atsjém (oom van Tgk. Tjhi Majét) in de gampong Poetjo Peumalóm was geweest om geld en geneesmiddelen te halen, doch zich niet lang kon ophouden omdat hij 2 gewonden te verzorgen had (Tgk. Tjhi Majét en Tgk. Atsjém's zoontje). Tgk. Atsjém bevestigde het sneuvelen van Tgk. di Boekét, doch had tevens aan den spion verteld dat hij brieven aan de Oelèëba- langs Oelama's in Pedië had geschreven met het bericht dat de beide Teungkoe's gesneuveld waren en zulks met het doel om de Geumpenie op een dwaalspoor te leiden. Gedurende de maand Juli werden slechts kleinere tochten gemaakt, aangezien de pogingen die werden aangewend om betrouwbare berichten omtrent de schuilplaatsen te verzamelen geen succes hadden Eindelijk brachten mijn spionnen begin Augustus het bericht dat Tgk. Ma qaréh en Tgk. Dé (zoons van wijlen den Groot Atjehschen Oelama Tgk. di Lam Goet) met een bende uit Pedië waren gekomen, met het doel om te fourageeren en tevens om Tgk. Haroen, het bekende bende- hoofd uit de Keumalastreek, met een aantal volgelingen naar Tgk. Tjhi Majét te brengen, daar ze wilden beraadslagen over 17 I. M. T. 1911. 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 595