Geumpang, doch bij de Aloeë Ireu gekomen, maakte ik valsche sporen, alsof ik de Kr. Tangsé was overtrokken, doch marscheer- de over de steenen de Aloeë Ireu stroomopwaarts. Na 1 u. werd een uitlooper op den 1. oever beklommen, die leidt naar een rug, die doorloopt tot aan de Aloeë Simie, waar het bivak werd betrokken. Daar de bende voor de tjotten achter gp. Poetjo Peumalóm ge marcheerd was, moest ik, wanneer ik de ruggen volgde die van de Aloeë Simie doorloopen tot aan de Kr. Balé, het pad van de bende snijden. Nauwelijks was dan ook de patrouille den den 11 den Augustus de Poetjo Kr. Pinalön overgestoken of er werden voetsporen ontdekt, komende uit de richting der Tangsé- vallei en gaande naar een rug, die langs de Kr. Balé (1. bronri vier) loopt. Door de gro ote droogte waren zooals ik gevreesd had de sporen onduidelijk, doch eene gelukkige omstandigheid was, dat Tgk. Haroen (die anders niet kon loopen) schoenen met kopspijkers droeg. Deze spijkers verraadden het ten over vloede op alle kruispunten zorgvuldig verborgen spoor der bende. Tegen den laten namiddag daalden wij, na het groote pad van Blang Panda naar Geumpang te hebben gesneden, af in de linker bronrivier van de Kr. Balé, naar schatting +2u. bovenstrooms van de Blang Panda. Na lang zoeken boven- en benedenstrooms van het bi vak gelukte het den 1 2den Augus tus de sporen weer terug te vinden. De bende was een rotsach tig r. zij-aloertje opgeklommen en had vandaar een rug bereikt, die in ongeveer N. O. richting liep. Deze rug, die zeer geleidelijk steeg, werd behoedzaam gevolgd, totdat plotseling ten 10 u. v. m. de spits der patrouille stootte op een 4 man sterke, met geweren gewapende wachtpost, die, blijkbaar in het onzekere omtrent de identiteit der naderenden, ons met de geweren in den aan slag opwachtte. Toen nu de voorste marechaussée. Nussy No. 40434 een beproefd oud soldaat, die als spoorzoeker onover troffen, altijd vooraan marcheert, een beaumontgeweer op zich gericht zag, aarzelde hij niet lang, doch schoot, voordat de Atjeher tijd had gehad om te schieten, zijn karabijn op den man af, waarop de overige marechaussée's van de spits eveneens een paar schoten op de inderhaast vluchtende wachtpost gaven, 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 597