mij te overtuigen, of de bende ook naar Pedië gevlucht was, in welk geval de eenige weg die over den top van den Ali- món was, daar do weg over de Simpang Meutjampli te ver om is en wij bovendien uit die richting waren gekomen. Wij vonden van af het punt, waar wij op de post gestooten waren, een rug die geleidelijk afdaalde in een der Poetjo's van de Kr. Balé. Vandaar kapten wij in W. richting door het ter rein en bereikten tegen den laten namiddag de plaats waarop de posten van de den 21 sten Mei overvallen schuilplaats op den Goenong Alimón hadden gestaan. Alhier werd gebi- vakeerd. Den 15den Augustus beklommen wij den top van den Goe nong Alimón, die ten 10 u. 15 v.m. bereikt werd. Tevergeefs werden op den rug sporen gezocht, die in den modder boven op den tjot altijd zichtbaar zijn. Ik besloot af te dalen naar de Kr. Tiro, om eens te zien of er toch misschien langs een an deren weg móslimin naar Pedië waren gevlucht. Bovendien wilde ik eene overvalling beproeven van de schuilplaats van Tgk. Dagang Blang Djeurat; omtrent de richting waarin die te zoeken was had ik een vaag bericht. In verband met de nog al eens met succès bekroonde pa trouilles der brigades in het Tangsésche verdubbelde de vijand zijne waakzaamheid, zoodra de marechaussée's van uit het bivak Tangsé uitrukten, zoodat ik hoopte 's vijands aandacht af te leiden, door een paar dagen in Pedië te blijven en dan weer door de tjotten ten W. en Z. W. van Keumala Dalam naar Tangsé te gaan. Gemarcheerd het pad langs de helling van den gp. Alimón af naar de Goenong Taleuë en afgedaald in de Kr. Tiró ter hoogte van de Blang Sala. Tevergeefs zochten wij onderweg en in de Kr. Tiró naar sporen van vluchtelingen. Er werd niets bijzonders ontdekt. Bivak betrok ken aan de Kr. Tiró. Den volgenden dag afgemarcheerd over den Goenong Tjo- han naar de Kr. Meu, maar aldaar evenmin sporen aange troffen, zoodat ik begon te vermoeden, dat de bende in Tangsé gebleven was. Deze veronderstelling bleek juist te zijnzooals later bleek was Tgk Tjhi Majét in het gebergte bij Tangsé gebleven, 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 599