doch Tgk. Aroen was direct naar Beungga teruggeloopen en had daar onder het voorwendsel »peukóng agama» de nieuna- sah verbrand, welke de transporten altijd voor bivak gebruiken, de bevolking met zware straffen bedreigende als ze de meunasah weer herbouwde. Dit alles uit verstoordheid over de haast, waar mede hij voor onze patrouille was moeten uitwijken. Door de kloof van de Kr. Tiró gemarcheerd naar het bivak Lam Meulo, waar 3 dagen werd gerust. Den 20sten Augustus werd om 7 u v m uit het bivak Lam Meulo afgemarcheerd met 8 dagen vivres (4 dagen bij den man). Gemarcheerd door de kloof van de Kr. Tiró, de Kr. Meu stroomopwaarts en bivak betrokken aan den mond van de Aloeë Pisang. Den volgenden dag werd over de gp. Meureuseuë naar den top van den gn. Alimón gemarcheerd en van daar weer afge daald naar de op 21 Mei j. 1. overvallen schuilplaats van Tgk. Tjhi Majet, aldaar tegen het invallen der duisternis gebivakeerd. Den 22sten Augustus besloot ik eerst nog eens naar sporen der Tiróbende te zoeken vóórdat ik mij in de richting van de schuilplaats van Tgk. Dagang begaf. Ik wilde nl graag zeker heid hebben of de bende zich nog in hetzelfde terrein bevond en zulks met het oog op het begin der poeasa en het plan om een sapi aan den Teungkoe te brengen. Van uit de schuil plaats ruggen gevolgd eerst in Z., daarna in W. richting, over een der toppen van den gn. Hadji Bón tot een punt van waar de gp. P. Peumalóm in Z. W. richting te zien was, van daaruit ruggen gevolgd in O. richting, waarbij het pad van de Blang Panda naar de Simpang Meutjampli gesneden werd, en tegen 5 u n m afgedaald in de 1. Poetjo Kr. Tiró, bovenstrooms van de splitsing Simpang Meudjeumpa Meutjampli. Aldaar in bivak. Den volgenden dag werd aanvankelijk langs den zelfden weg teruggemarcheerd, doch daarna dit pad in Z. richting verlaten langs een rug, die (als uitlooper van de Goenóng Hadji Bón) geleidelijk afdaalde in een der zijaloeë's van de 1. Poetjo Kr. Balé. Op den rug werden versche voetsporen aan getroffen van 2 Atjehers, die waren afgedaald. Evenwel be gon het, toen wij die sporen uur gevolgd hadden, te stort regenen, waardoor de toch al niet duidelijke sporen werden 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 600