50 2 Staftamboers, waarvan ten minste een Europeaan en 4 Korporaals mrs. werklieden, Europeanen. Het bataljon 7 Kapiteins, 21 Luitenants, 7 Sergeant-majoors, 7 Europeesche iouriers, 32sergeanten, 32 korporaals, 160 fuseliers, 28 Inlandsche sergeanten, 26 korporaals, 7 tamboers, 21 hoornblazers en 666 fuseliers. Tegelijkertijd werd de gewestelijk militaire commandant ont heven van zijn commando van het Garnizoens- Bataljon en dit aan den te Lahat aanwezigen majoor opgedragen, die daartoe naar Palembang werd overgeplaatst. Hierdoor werd de militaire commandant dus van velerlei administratieve beslommeringen bevrijd en kon hij zich geheel wijden aan de actie tegen Djambi. Bovendien werd aan het verzoek van den Resident tot buiten werkingstelling der artikelen 7 en 12 der instructie voldaan en de militaire commandant hierdoor veel vrijer in het nemen zijner besluiten. Na de actie van den Tamiang bij Liaoeng op 23 en 24 Mei 1901 trad er te Moeara, Tambesi een nieuw tijdperk in, hetgeen uit de verkorte hieronder volgende vermeldingen van het gebeurde op dien post zal blijken. 24 Mei. De gezindheid der bevolking is niet vriendelijk, de inwoners toonen zich nergens beleefd of behulpzaam. 6 Juni. De Controleur deelt mede, dat volgens ingekomen be richten een bende van 500 man, afgezonden door Taha en af komstig van de oevers van de Batang Hari, heden avond het bivak zal overvallen. 11 Juni. Lantaarns, aan de overzijde van de rivier geplaatst, worden gestolen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 62