- 52
van een paar prauwen, die op het zien van de hinderlaag trachten
te vluchten, vier man gedood.
26 Juni Raden, Taha bericht, dat volk uit de Batin Lima met
vijandige bedoelingen de rivier afzakt.
27 Juni. Op een patrouille naar Rantau Kapas Toewa worden
een paar schoten gelost.
Eenige inwoners gevangen genomen, waarvan één mededeelt,
dat Pangeran Hadji Oemar (schoonzoon van Poespo Ali) over
een paar dagen met 500 man den post zal aanvallen.
30 Juni. Pangeran Alio bericht, dat heden 1500 man met
1200 vooriaadgeweren van Soeroelangoen vertrekken en te Am-
peloe verzamelen zullen om a.s. Donderdag het bivak aan te vallen.
(De posccommandant verzoekt hierop aanvulling uit Djambi
der ontbrekende manschappen; door het openkappen van het
terrein wordt de stormvrijheid grooter gemaakt; 3 Juli komen
50 man versterking aan).
4 Juli. Op een patrouille ter opsporing van de gevluchte
bevolking van Rantau Kapas Toewa, worden twee Djambiërs,
waarvan een met een geweer, gedood.
5 Juli. Schuilplaatsen van de gevluchte bevolking gevonden
en opgeruimd.
15 Juli. Om IJ uur n.m. vallen op het bivak een vijftal schoten,
een uitgerukte patrouille van 12 man krijgt twee gewonden.
De schutters verdreven zonder hun afbreuk te kunnen doen.
Berichten komen binnen dat een vijandelijke bende te Arnpe-
loe verzameld is.
16 Juli. Om 5| uur v.m. vallen er drie schoten op het
bivak, een uitgerukte patrouille verrast in de nabijheid in een
droge sloot een 8 tal vijanden; doordat een onzer manschap
pen ontijdig vuurt, ontsnappen ze.
Yan 8 tot 10 uur wordt het kampement beschoten uit het
Z.O. van den rechter Batang-Hari oever.
Een uitgerukte patrouille slaagt er wel in de schutters te
verjagen, doch na terugkeer, komen de overigens weinig talrijke
schutters weer terug.
De tweede maal wordt de bende door dezelfde patrouille door
een omtrekkende beweging verrast, met het gevolg, dat ze
vermoedelijk met een paar gewonden vlucht.