57 De patrouille, ingedeeld in 4 sectiën, marcheerde in den ge wonen marschvorra, op 150 M. door de werkers gevolgd, af en ontmoette op 6 K. M. van Soeroelangoen een versperring op den weg, die aan twee ravijntjes aan weerszijden aange leund was. Door een sectie door het bosch een omtrekkende beweging te laten maken, werden de verdedigers, waarvan een vijftal aanstalten had gemaakt de spits aan te vallen, verdreven. Bij het dekken van het werk werd hier en daar nog een weinig vuur ontvangen en drie Djambiërs neergeschoten. Onder den indruk er van waren de werkers echter gevlucht en keerde de troep toen naar het etablissement terug. Wij hadden geen verliezen geleden en een beaumont en twee voorlaadgeweren buitgemaakt. Behalve bovenvermelde werden in het tijdvak tot de aankomst van het 2de Bataljon nog de volgende patrouilles geloopen 10 Juni: naar de Singkoet. 14 Juni: naar Kidjang tot aan de Meroeng. 19 Juni: langs een voetpad door het bosch naar den nieuwen weg en naar het etablissement terug. 9 Juli: naar Lesoeng Batoe. 19 Juli: tot paal 4 op den weg naar Poelo Lebar. Bijzonders viel hierbij niet voor, evenmin als de enkele malen, dat de troep uitrukte om de werkzaamheden aan den weg te dekken. Het ligt voor de hand, dat onder deze omstandigheden de Kesident en de Militaire Commandant troepen-versterking noodig achtten en alleen van snelle actie heil verwachtten. Weinige dagen na ontvangst van het besluit, dat het zenden van troepen regelde 17 Juli seinde de Militaire Commandant dan ook om een compagnie Amboneezen. Het 2de Bataljon lag te Magelang in garnizoen en hoewel de gewone route per spoor over Djokja en Bandoeng naar Batavia leidde, werd verzocht, met het oog op te Batavia heerschende cholera, de compagnie te Semarang te doen embarkeeren, hetgeen toegestaan werd. De gevraagde compagnie (de 4de) kwam den 27en Juli te Palembang aan; daar was intusschen ook aangekomen de sectie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1911 | | pagina 69