60
genheid benut werd, den troep in de vechtwijze in dit terrein
te oefenen.
Op den Singkoet-weg werden een viertal Djambiërs ontmoet
en onder vuur genomen.
Den i3den Augustus betuigde het hoofd van Soengei Tenang
schriftelijk zijn goede gezindheid jegens het Gouvernement.
Berichten omtrent de Singkoet werden niet verkregen, omdat
geen Rawasser zich meer daarheen durfde te begeven.
's Nachts werd het blokhuis van verschillende kanten beschotem
een uitgerukte patrouille slaagde er niet in aanraking met den
vijand te verkrijgen.
Den 14den werd op den linkeroever van de Betoeh een ver
hoogd schilderhuis opgericht en bezet door 4 mande geregelde
hinderlagen werden nu verminderd, terwijl den 14den, 16den
en 19den patrouille werd geloopen in de richting van de
Singkoet langs de verschillende voetpaden, die behalve den door
ons aangelegden weg daar nog heenvoerden.
Den 20sten Augustus d. a. v. keerde de gewestelijke militaire
commandant te Soeroelangoen (Rawas) terug, terwijl in den loop
van den dag de le en 2e compagnie van het 2e Bataljon met
den staf en de commandant, de luitenant-kolonel J. J. Schneider,
benevens de dwangarbeiders, aankwamen.
Den volgenden dag kwamen de nog achtergebleven gedeelten
aan benevens de 1ste luitenant der Infanterie E. F. C. Tolhuis,
wiens hekwieler gezonken was en die bestemd was om op te
treden als Civielgezaghebber in het te bezetten gebiedden 21sten
kwam nog de Controleur O. L. Helfrich aan, die tijdelijk met
het bestuur in de Rawas belast was.
De opvoer van de goederen en de bagage van den troep duur
de tot den 25sten Augustus.