- 70
De volgende dagen werden langs de kampongs aan de rivier
verkenningen verricnt; de bevolking was allerwege gevlucht,
slechts kwamen de hoofden van Tinting benedenstrooms en
enkele van Telok Katjimboeng zich melden en werden enkele
vijanden neergelegdvoorts werden de versterkingen beneden
Tandjong geslecht.
Deze bestonden uit een H- 200 M. lange linie van kleine
open werken, voorzien van schietgaten en vele van horizontale
dekkingen van 2 a 3.5 d. M. dikke boomstammen.
Den 5en October werd de terugmarsch naar Pëlawan aanvaard,
daarbij grootendeels langs de beide oevers van deTambesi marchee-
rende, en in den middag het bivak in Tingting Dalam betrokken.
Onderweg was de colonne nog licht beschoten en door een
fanatieke hadji met een lans aangevallen, die pas kon worden neer
gelegd, nadat hij een Amboneesch sergeant doodelijk getroffen had.
Toen den 6en naar het bivak teruggemarcheerd zou worden,
werd de troep in de Batin Y beschoten met twee gewonden
voor ons als gevolg, waarop besloten werd eerst nog een be
zoek aan Soeroelangoen (D) te brengen.
De bevolking werd in de Batin Y in de kampongs aange
troffen, doch vernomen, dat Lidoeng en Ladang Pandjang
plan hadden, zich tegen ons te verzetten, waarop den volgen
den dag (7 October) ook daarheen opgerukt werd.
Op den tocht daarheen werd wel vrij veel vuur ontvangen
en eenig begin van versterkingen gevonden, doch de tegenstand
was gering en Ladang Pandjang en Lindoeng waren geheel
verlaten.
Nog dienzelfden dag werd naar het bivak te Pëlawan terug-
gemarcheerd.
Terwijl op overeenkomstige wijze als boven in het gebied
van de Limoen, de Batang Asei en Tambesi werd voortgegaan
met patrouilleeren, keerde den 9en October een compagnie
Amboneezen terug naar Soeroelangoen (Rawas) om, versterkt
met een detachement van het Garnizoens-Bataljon, onder be
vel van den kapitein Kisjes en vergezeld van den Controleur
Helfrich een tocht te ondernemen naar het brongebied van
de Limoen en de Batang Asei, de landschappen Boekit Boelan
en Batin Pengambang.