14
Van 29 Februari tot 3 Maart, maakten de vijf brigades maré-
chaussée, waarbij trein en hospitaalpersoneel, onder bevel van
Kapitein Siebelhoff, een tocht naar het binnenland, ten einde
na te gaan of de bevelen betreffende de ontwapening der bevol
king allerwege werden opgevolgd en zich van de gezindheid
dezer laatste te overtuigen.
Verdere Krijgsnerrichtingen op de Oostkust uan de Bimabaai.
Op eerstgenoemden datum werd de colonne overgebracht naar
kaap Lemomori in de Bimabaai en aldaar ontscheept 1). Zij
marcheerde verder over Ten te Zuidwaarts naar Sekoeroe en daarna
naar Ngali, dat nog verlaten bleek te zijn. Het bivak werd
betrokken in kampong Monta.
Den 1 sten Maart werd de marsch voortgezet naar Prado, al
waar 56 voorlaadgeweren werden ingeleverd. In alle kampongs,
welke dien dag werden doorgetrokken of bezocht, was de be
volking aanwezig.
Het voornemen bestond om den volgenden dag over Monta
en Ngali terug te marcheeren, doch tengevolge van zware regens
werd de marsch langs de steile heuvel- en bergpaden zeer ver
traagd, zoodat in den avond van dien dag het bivak moest
betrokken worden in kampong Simpangrei.
Toen men den 3en Maart Ngali naderde, vluchtten daaruit
eenige ongewapenden. Eene poging om aanraking te verkrij
gen met de bevolking mislukte, waarna over Ronde, Tjenggoe,
Nata en Belo naar Lemomori doorgemarcheerd werd. Hier em-
barkeerde de troep op den Gouvernements stoomer „Dog", en
werd daarop verder naar Bima overgebracht.
Gedurende den tocht was nergens eenige tegenstand onder
vonden allerwege was de bevolking bezig met het verbeteren
der bestaande voetpaden.
In dien tusschentijd hadden zich te Bima, op den 1 sten Maart
de hoofden der heidensche Oe Donggö's bij mij gemeld, waarbij
zij 2 achterladers, 190 voorladers, munitie en blanke wapens
inleverden. De bij de colonne ingedeelde geneesheer had een
aanvang gemaakt met het vaccineeren der bevolking, terwijl
1) Bijlage A.