B, Verloop oan de manoeuDres 7 16 September. I. Ooerisegingen en uoornemens con den Commandant der Roode partij. Rekening houdende met de aanwezigheid van eene verster king nabij Soemedang en met de omstandigheid, dat Malang- bong de aangewezen uitlaadplaats is voor eventueel uit Midden- en West-Java per spoor naar het Noordoosten van de Preanger over te voeren troepen, lag het voor de hand, dat zoowel te Soemedang als op den weg Malangbong - Wado - Darmaradja troepen van de Blauwe partij aanwezig zouden zijn. In verband hiermede en met de geringe sterkte zijner Ca valerie besloot de bevelhebber: a. zijne Cavalerie in hoofdzaak aan te wenden ten W. van de Tji Manoek, ter verkenning van Soemedang en Darmaradja en ter observatie van de wegen Soemedang-Tomo en Soemedang- Darmaradja; b. de wegen, welke tusschen Tji Manoek en Tji Loetoeng via Darmawangi naar Darmaradja en Wado voeren, door infante rie te doen verkennen; c. de voor bergartillerie geschikte wegen, welke over Madja- lengka en Kadoe respectievelijk Tjipeundeuj naar Darma radja en Wado leiden, door een officierspatrouille te doen verkennen en observeeren, teneinde langs deze beide wegen niet te worden verrast door ondernemingen tegen zijn te- rugtochtsweg Kadipaten-Cheribon. In verband met de begroeiing van het terrein ten Westen van de Tji Manoek en tusschen deze en de Tji Loetoeng kon van de vorming van een offensief bruggehoofd geen sprake zijn. Indien der B. P. slechts één weg ter beschikking had gestaan om naar Tomo en Kadipaten op te rukken, zou, zoo het terrein daartoe gunstig ware geweest, de mogelijkheid kunnen zijn overwogen den vijand tot op grooten afstand tegemoet te rukken met het doel, zijn opmarsch zooveel mogelijk te vertragen, ten einde op die wijze den noodigen tijd te winnen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1912 | | pagina 19