Eenmaal hiertoe besloten zijnde, werd het noodig de tegen partij zoo lang mogelijk in het onzekere te laten omtrent deze voornemens, ten einde hem tot splitsing van zijne troepen te nopen. De samentrekking van de hoofdmacht in het Zuiden moest dus, zooveel mogelijk, worden versluierd, in verband waarmede voorloopig als einddoel werd gesteld het innemen van eene opstelling, welke den vijand zoowel van uit het Westen als van uit het Zuiden bedreigde. Daartoe werd het noodig geacht zich het bezit van de lijn Tjipeles - Karedok - Sangiang Beu- heung - Leuwihieum te verzekeren. Een aanval van de 2e brigade op het défilé Sangiang Beuheung moest de tegenpartij in den waan brengen, dat de hoofdmacht der B. P. uit die richting was te verwachten. Inmiddels zou echter de 1 e brigade worden aangetrokken en daarna de hoofdaanval langs beide oevers van de Tji Loetoeng worden verricht. Als uitvloeisel van deze overwegingen werden in den avond van den 16den September de bevelen voor den 18den uitgevaar digd (Zie onder 18 September). 17 September. Rustdag. 18 5epiember. I. Beüelen Dan den Commandant der B. P. Zie bijlagen XV en XVI. 11. Beüelen nan den Commandant der 1ste brigade en Derrichtingen Dan die brigade. Bevelen (Zie bijlagen XVII en XVIII). Beoogde het brigadebevel voor den 18den September (Bij lage XVII) in hoofdzaak de verplaatsing der brigade naar de door den Partijcommandant voor de verschillende onderdeelen aangegeven bestemmingsplaatsen (i), tevens zat daarbij het denkbeeld voor, het terrein van af den ouden postweg Tjong- geangTomo tot en met den weg Soemedang Darmaradja van (1) De opgave daarvan door den Partijcommandant was noodzake lijk in verband met het algemeene plan en de gesteldheid der wegen, welke den marsch der Veld Artillerie slechts langs één weg mogelijk maakte 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1912 | | pagina 24