(Zie biz 10), werd den bevelhebber den 18den September ten 5 uur 30 v. m. namens den Leider door een scheidsrechter medegedeeld, dat op den postweg Soemedang Tomo en Noordelijk daarvan zich weinig blauwe troepen bevonden. De Partijcommandant gaf daarop last, dat voor den voorposten- dienst, richting Soemedang, 1 compagnie IX zou blijven bestemd en een 2de compagnie IX voor de bewaking der breggen bij Tomo; de beide andere compagnieën van dat korps zouden naar Darmawangi oprukken, waar zij om 1.15 n. m. aankwamen. De Cavalerie Commandant kreeg last zich met zijn half es kadron te Marongge te melden. Die Commandant meldde zich echter eerst te 9 uur n. m. bij den Brigadecommandant, zonder zijn eskadron, dat te Tomo bivakkeerde. De Cavalerie had te 1 2 uur in den nacht van 1 7/1 8 de in bijlage XIV aangegeven opstellingen weder ingenomen. Te 4 uur v. m. van den 18den met het gros uit Soekatali opgebroken met het aanvankelijk voornemen om over Tjitjelot en Mandalaberang naar Lijoenggoenoeng te marcheeren, veranderde de eskadrons commandant tijdens den marsch zijn plan en koos, den Pr. Tanggoeloen onbezet vindende, dezen heuvel als voorloopige opstel lin gsplaats. Toen te 6 uur 45 v. m. werd bericht, dat de Pr. Tancfsroeloen door een vijandelijke Infanterie patrouille werd beklommen, werd deze opstellingsplaats verlaten en over den Pr. Langgir naar Tjibolang teruggetrokken. Tijdens dit terugtrekken werd 7 uur 30 v. m. het deboucheeren van een troepenmacht uit Soemedang, richting Darmaradja, waargenomen. Deze troepenmacht werd geschat op 30 ruiters, 3 Bataljons Infanterie, 1 Batterij Veld en vermoedelijk ook 1 Batterij Berg-artillerie. Besloten werd dit gewichtig bericht met de geheele beschikbare macht langs den kortsten zij 't dan ook niet den veiligsten wegaan den bevelhebber over te brengen, n. 1. langs den weg Bantarm araTj ikoeroeboehPaseh. Bij het doortrekken in galop van Bantarmara kreeg de Ca valerie plotseling vuur van achter een heg (zooals later bleek van een afgezeten Cavalerie patrouille), hetwelk tot resultaat had, dat slechts de eskadronscommandant met 5 ruiters konden ont komen. De aanwezigheid te Paseh van een zwak vijandelijk 21 7 O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1912 | | pagina 33