meldende, dat de officierspatrouille te Madjalengka een or
donnans van de B. P. had gevangen gemaakt op wien het vol
gende bericht werd gevonden
Tjidjeundjing 18/9, 4 uur n. m.
1e brigade rukt morgen 7 uur v. m. over Sangiang Beu-
heung naar Tomo.
2e brigade over Tjibeber-Leuwihieum naar rechteroever
Tji Loetoeng met opdracht in N. richting tegen Kadipaten
op te rukken en terugtocht vijand te verhinderen.
Ik bevind mij bij de 2de brigade.
(w. g.) B.
Gedeeltelijk in den laten avond van den 18den, gedeelte
lijk in den vroegen ochtend van den 19den, werden door den
Commandant der R. P. de volgende bevelen uitgevaardigd:
a. aan den Commandant van Infanterie IV om over Maronggé
naar G. Kantjana te marcheeren, aldaar de rivier over te
steken en te Kadipaten nadere bevelen af te wachten;
b. aan Commandant Infanterie IX om met beide te Maronggé
aanwezige en de beide zich te Tomo bevindende compa
gnieën de brug en den overgang bij Tomo, zoomede de brug
bij Bodjong vast te houden;
c. aan Commandant Infanterie XV om met de drie te Ma
ronggé gelegerde compagnieën nabij G. Kantjana de ri
vier over te gaan en te Karang Sambong nadere bevelen
af te wachten
d. aan Commandant Artillerie om met beide batterijen over
Tolengas naar Kadipaten op te rukken en in Karang Sam
bong nadere bevelen af te wachten
e. aan Commandant Infanterie VI om met drie compagnieën
voorloopig Leuwiseëng en met 1 compagnie Kadipaten te
blijven bezetten (3);
f. aan den Commandant van de beide te Tomo aanwezige
compagnieën van Infanterie IX om de brug en den overgang
(1) Zuid van Tolengas.
t2) Het voorloopig te Kadipaten laten van die compagnie had ten
doel het bivak te beveiligen, zoolang dit nog niet door alles was
ontruimd.
27