Te Sangiang Beuheung ontving de Commandant der B. P. om 8.40 v. m. bericht van de Cavalerie 1ste brigade, dat Dar- mawangi niet bezet was en den 19den niet bezet was geweest. Nergens werd vuur gehoord, waaruit de Commandant der B. P. afleidde, dat de tegenpartij zich enger had geconcentreerd. Hoewel een vuuroverval door artillerie wellicht mogelijk bleef, was een directe aanval op de 2de brigade gedurende den, in de bedoeling liggenden, flankmarsch niet meer dreigend en werden de voorgenomen dekkingsmaatregelen niet meer noodig geacht. Wel diende deze beweging gedekt voor het gezicht plaats te hebben. Te 9 uur v. m. werd daarom aan den Commandant der 2de brigade bevel gegeven door de laagte Zuid van den Pr. Dja- gahoetang en den Pr. Madja naar den Oostelijken Tji Loe- toengoever op te rukken. Terwijl het Xlde Bataljon nog steeds op zich liet wachten, werd, toen de beide overige Bataljons bij Sangiang Beuheung wa ren vereenigd, omstreeks 9 uur 20 minuten v. m., ook aan den Com mandant der 1ste brigade bevolen den opmarsch aan te vangen. De algemeene reserve werd gevormd uit het (nog niet aange komen) Nlde Bataljon en het 2de Bataljon. Zij kreeg opdracht voorloopig te Sangiang Beuheung te blijven. ie Brigade Van de Cavalerie werd bericht ontvangen, dat ook Maronggé niet was bezet en te 9.30 v. m. bij Darmawangi het bericht, dat te 9.16 v. m. in den W. rand van Bantarnagara met Roode Infan terie voeling was gekregen. Een half uur later werd bericht ontvangen, dat de rivierover gang bij Leuwiseëng sterk was bezet. Nadat de Brigadecommandant het terrein van af den G. Tege had verkend en intusschen nog bericht had ontvangen dat Tolen- gas en Tomo niet bezet waren, gelastte hij te 10.45 v. m. (Zie bijlage XXIX) dat: de bij Sangiang Beuheung beschikbare compagnie van X over Maronggé de inmiddels aangevangen verkenning van Leeuwi- seëng zou voortzetten; 2 compagnieën XII gedekt W. waarts om den G. Tege heen naar de Pr. Loetoeng zouden oprukken om van daaruit tegen 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1912 | | pagina 41