Toen om 1.45 uur n.m. de Divisie Veldartillerie van uit
haar stelling W. van den grafheuvel ten N. van Maronggè
het vuur op Leuwiseëng opende, gaf de Commandant der 1 ste
brigade last den aanval op Leuwiseëng te beginnen.
Omstreeks dit tijdstip meldde zich bij hem de Cavalerie
van het Xlde Bataljon met de mededeeling, dat dit Bataljon
weder ter beschikking van den Commandant der 1ste brigade
was. Deze mededeeling wasechter onjuistalleen de Cavalerie
werd beschikbaar gesteld, terwijl XI in de Algemeene Reserve
moest blijven.
Voor de ondersteuning van de 2de brigade bij den aanval
op Leuwiseëng werd nu bevolen:
„De compagnie Infanterie X bij driesprong -j- 55 W. van
Bab. Maronggè valt, door laatstgenoemde kampong, Leuwi
seëng aan, gesteund door de meest nabijzijnde compagnie van
Infanterie XII op Pr. Loetoeng".
„De in reserve gebleven 2 compagnieën Infanterie XII en
eene compagnie van Infanterie X vallen van uit Maronggè,
door de tuinen langs de Tji Loetoeng, Leuwiseëng aan. Infan
terie XI rukt op naar Maronggè".
Vóór dat deze bevelen tot uitvoering kwamen, was het ge
weervuur in Leuwiseëng geëindigd en ontving de Brigade
commandant tegen 2 uur n. m. het bericht dat Leuwiseëng
door de 2de brigade was genomen.
Uit het feit, dat in Leuwiseëng en in Liangdjoelang reeds
eenigen tijd niet meer werd gevochten en toch geen man des
vijands in N. richting was uitgeweken—wat naar de meening
van den Commandant der 1ste brigade ook niet mogelijk ware
geweest, daar de open vlakte aldaar zoowel door de Infanterie
als de Artillerie der 1ste brigade krachtig onder vuur werd
genomen leidde de Brigadecommandant af, dat de bezetting-
van Leuwiseëng in N. O. richting, n. 1. op Heuleut, moest zijn
uitgeweken.
Dit en de geisoleerde verdediging van Leuwiseëng benevens
de zwakke bezetting van de brug bij Kadipaten vestigde bij
dien Brigadecommandant de overtuiging, dat de vijand in vollen
terugtocht op Cheribon was en slechts achterhoede-gevechten
leverde.
31