in deze positie werd verband verkregen met Infanterie XII van
de 1ste brigade.
Te 1 2 uur v. m. was Infanterie I in kampong Tjipinang verza
meld. Inmiddels meldde de Voorhoede-Cavalerie, dat de kam
pongs Leuwiloa, Djatisarang en Tjitjelleng vrij van vijanden
waren, waarop te 12.10 uur n. m. aan Commandant Infanterie
VII, waarbij de genietroepen, mondeling werd opgedragen
„in breed front via Djatisarang in algemeene N. richting op
te rukken", terwijl te 12.15 uur n. m. aan Infanterie I werd
gelast deze beweging achter- en uitwaarts van den rechtervleu
gel te volgen.
Nog Zuid van Djatisarang meldde zich de commandant der
vooruitgeschoven Cavalerie bij den Brigadecommandant en
stelde zich weder ter diens beschikking; hem werd mondeling
opgedragen, den vijand op te sporen.
Van deze maatregelen werd schriftelijk aan den Partijcom
mandant gerapporteerd.
Te 1 2.40 uur n. m. kreeg de Commandant der Ilde Brigade
inzage van een bericht aan den Commandant der Iste Brigade,
luidende „Overgang bij Leuwiseëng zwaar bezet met Infante
rie; Tomo onbezet", waarop een aanteekening van den Com
mandant der Iste Brigade luidende: „10.30 v. m. Ik zal tegen
vijand bij Leuwiseëng aanvankelijk demonstratief optreden".
Te 1 2.45 n. m. gelastte de commandant der Ilde Brigade den
commandant Infanterie VII om aanvankelijk in N. O. richting
te marcheeren en in het heuvelterrein gekomen noordwaarts af
te buigen, ten einde 's vijands terugtochtsweg af te snijden; In
fanterie I ontving bevel recht N. waarts op Leuwiseëng aan
te rukken,
Vreezende gedurende zijn aanvankelijken flankmarsch zware
verliezen door vuur uit Leuwiseëng te zullen lijden, deed de
Commandant van het 7de Bataljon gedeeltelijk de bedding, daar
na de bedekte oevers van de Tji Deres volgen, met het gevolg
dat de snel bedoelde beweging tegen 's vijands terugtochtslijn
slechts langzaam werd uitgevoerd,
Daar het 1ste Bataljon tegen Leuwiseëng, dat sterk bezet
bleek, slechts zeer langzaam terrein kon winnen, hield de bri
gadecommandant 2 compagnieën van het 7de Bataljon, welke de
34