omtrekkende beweging onder den Bataljonscommandant nog niet hadden gevolgd, als brigade-reserve in zijn hand. Hierven werd aan den Korpscommandant bericht gezonden en dezen opge dragen zijne beweging te bespoedigen. (Zie bijlage XXX). Nadat Leuwiseëng was genomen, werd aan commandant In fanterie I opgedragen de vervolging in te zetten, terwijl naar Commandant 1/2 Infanterie VII (in reserve), per ordonnans het mondeling bevel werd gezonden om de beweging van In- fan terie I achter- en uitwaarts van den rechtervleugel te volgen. Bij terugkomst van den ordonnans bleek echter, dat hij aan den Commandant van 1/2 Infanterie VII had medegedeeld, dat deze de beweging van het overig deel van dat Korps moest volgen, welke beweging toen reeds zoo geruimen tijd in gang was, dat op last van den brigadecommandant geen tegenorder meer werd gegeven. Te 2.30 uur n.m. bevond Infanterie I, waarbij de brigade staf, zich O. van Leuwiseëng en werd van daar weder de gevechtsformatie aangenomen en in recht N. richting de ver volging ingezet: 1 compagnie in voorste linie, 1 achter den linker-, 2 achter den rechtervleugel. Te 2.40 uur n.m. meldde zich de Commandant der Divisie bergartillerie en was die divisie dus weder ter beschikking van den Brigadecommandant. Den Divisie-commandant werd opgedragen de beweging van Infanterie I achter den linker vleugel te volgen. Daar sedert 11.45 uur v.m. van het omtrekkende 7de Batal jon niets meer was gezien of gehoord en uitgezonden ordon nansen geen verbinding hadden kunnen krijgen, werd aan Commandant Infanterie I gelast de voorwaartsche beweging langzaam te doen geschieden en werd den Chef van den Staf opgedragen van uit het heuvelterrein O. van Heuleut ver- oinding met Infanterie VII te zoeken. Die verbinding werd niet verkregen. Tegen 3 uur n.m. bevond het y2 Vilde Bataljon, dat de om trekking had uitgevoerd, zich op den driesprong Z. van Heueut, na gemarcheerd te hebben over Batentang en VV. langs Paningkiran. 35

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1912 | | pagina 47