39 werd teruggewezen, waarna naar schatting 1 Bataljon Infante rie op den W. oever bij den Pr. Loetoeng in het heuvelterrein in stelling kwam. (In werkelijkheid 2 compagnieën XII. Zie blz 29). Te 1.15 uur n. m. meldden patrouilles de nadering van groo- te afdeelingen Infanterie op den O. oever van de Tji Loetoeng, waarop de beide, a cheval van den giooten weg bij den drie sprong opgestelde, sectiën Infanterie tot 1 compagnie werden versterkt. Deze compagnie nam geen deel aan den strijd om Leuwiseëng. (Bijlage XXX). Ten 2.45 uur n. m. ontving de Commandant R. P., die zich bij de hoofdmacht in het heuvelterrein N. van Heuleut be vond, van gevechtspatrouilles bericht, dat de rechtervleugel der B. P. recht op zijn linkervleugel aanrukte, waarop Infan terie IV en XV zich 300 M. O. waarts verplaatsten en de 4de Bergbatterij op 1000 M. N.O. van den N. punt van Kam pong Heuleut stelling nam. Te 3 uur n. m. was aan Commandant IXde Bataljon be vel gestuurd om terug te trekken op Mendapa en aan den trein aldaar bevel te geven door te gaan tot den Oostuitgang van kampong Baroedjoel. Toen dit bevel den Bataljonscom mandant te 3.40 uur n. m. bereikte, waren reeds Blauwe troe pen doorgedrongen tot den grooten weg naar Mendapa, zoodat de terugtocht moest worden aangenomen over Kokotjong en Karang Sambong. Te circa 3.40 n. m. werd met het oog op het ver gevor derd uur de manoeuvre op last van den Leider gestaakt. De door den Commandant der R. P. beoogde flankaanval was toen nog niet ingezet, omdat die Commandant, door de richting waarin hij het vuur hoorde misleid, in de meening verkeerde, dat de aanvalsliniën der B. P. nog niet ver genoeg in N. richting waren opgerukt. Het 4' eskadron Cavalerie zeer verzwakt door het ver lies van gevangenen en door detacheeringen rukte op in de richting van Padjaten, met een patrouille naar Madjalengka. Blauwe Cavalerie belette haar de Tji Djoeri over testeken, waarna de Roode Cavalerie tot het gevecht te voet overging om de te genpartij in het heuvelterrein Z. van Batrangsana op te houden. Ten slotte moest echter de Roode Cavalerie in Oostelijke

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1912 | | pagina 51