de brigade- en partijstaven en eenheden wordt verwezen naar
de als bijlage bij dit verslag gevoegde order voor de groote
manoeuvres en de nota betreffende de verpleging der troepen
(Bijl. XXXII XXXIII).
II. Voorbereiding.
De werkzaamheden vingen aan in Mei 191! met een voor-
loopige verkenning door den Chef-Intendant en een Hoofd
officier van den Generalen Staf, waarbij het terrein van den
driehoek Soemedang, Malangbong, Tomo werd onderzocht met
het oog op hulpbronnen voor de verpleging; de gesteldheid
der wegen en hunne geschiktheid voor verschillende soorten
transportmiddelen; de aanwezigheid van gebouwen voor troe
penlegering, drinkwatervoorziening, enz.
Meer bepaald werden hierbij de locale hulpbronnen onder
zocht van de vermoedelijke overnachtingsplaatsen Rantja-èkèk,
Tji Malaka, Tjonggeang, Wado, Darmaradja, Darmawangi, To
mo en Kadipaten.
Na de vaststelling van de hoofdlijnen der manoeuvres werd
door den Chef-Intendant te Batavia een conferentie gehouden
met de voor de manoeuvres aangewezen officieren-intendanten,
waarbij aan de brigade-intendanten werd opgedragen een
definitieve verkenning te verrichten van het door iedere bri
gade te doortrekken terrein gedeelte.
Omdat de 1ste en 4de brigade ongeveer denzelfden op-
marschweg volgden naar het oefeningsterrein en de drie bri
gades 19 en 20 September te Tomo-Kadipaten zouden zijn ver-
eenigcj, was samenwerking tusschen de brigade-intendanten
noodig om in hetzelfde verplegingsraijon onderlinge concur
rentie te voorkomen.
De verkenningsreis had einde Augustus begin September
plaats.
Na eene samenkomst der brigade-intendanten te Tomo, had
den 3den September te Bandoeng een samenkomst plaats van
den Chef-Intendant, den partijstaf-intendant en de brigade-in
tendanten, bij welke gelegenheid de hoofdlijnen van de ver
pleging werden vastgesteld.
42