D, Del SpoormegoerDoer. (Riet drie bijlagen.) Van de aan de groote manoeuvres deelnemende troepen moesten per spoor worden vervoerd: uit Midden-Jamt5 bataljons Inf. (het 5e. Bat. viel later uit), 1 !/2 batterij berg-art., 1 Esc. Cav., alsmede een 50-tal paarden voor scheidsrechters, ordonnansen enz. uit W. Java, n.l. van Weltevreden en Mr. Cornelis: 3 bataljons Inf., 1V2 batterij veldart., 1 Esc. Cav., een afdeeling Algemeene Trein, alsmede het personeel en materieel van de staven van den Leider en van de Blauwe partij. In verband met de, overeenkomstig den veronderstelden oorlogstoestand, aanvankelijke opstelling der troepen, werden als uitladingsplaatsen aangewezen de stations Malangbong en Rantja-èkèk. De uit Weltevreden afkomstige bereden wapens werden echter slechts tot Tjimahi vervoerd. Zij marcheerden verder naar Rantja-èkèk, om zich aldaar bij de overige afdeelin- gen der Ie Brigade aan te sluiten. Bij het ontwerpen der voor bovenstaand troepenvervoer te treffen regeling moest in de eerste plaats rekening worden gehouden met de hoeveelheid materieel, die door de Staatsspoor wegen beschikbaar kon worden gesteld. In oorlogstijd kan natuurlijk over alle lijnen, zoowel staats- als particuliere, worden beschikt en mag particulier vervoer plaats hebben, mits het militair vervoer daaronder niet lijdt. Een manoeuvrevervoer mag echter het particuliere verkeer niet stremmen. In verband nu met hetgeen dopr de S.S. in 1909 en 1910 voor het troepenvervoer—destijds voorbereid, maar niet uitge voerd—aan materieel kon worden afgestaan, kon al dadelijk worden vastgesteld, dat er niet voldoende rijtuigen en wagens zouden zijn, om daarin alle troepen en materieel te laden en deze achtereenvolgens in verschillende treinen naar de uitla dingsstations in beweging te stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1912 | | pagina 67