Bijlage: VIII.
Blauwe Partij. Hoofdkwartier, Bandoeng, den 15dèn Sept. 1911.
No. 2. 8 uur v.m.
Bijl. één.
Aan Commandant 2de Brigade te Malangbong.
Bevel voor den 16den September.
1Van de Roode Partij is de hoofdmacht op den 11 den, 1 2den
en 13den September bij Cheribon, een detachement, ter sterkte
van een divisie den 11 den September nabij Tjilamaja geland.
2. Onze hoofdmacht wordt in het Noord-Oostelijk gedeelte
van de Preanger-Regentschappen geconcentreerd.
3. Uwe Brigade rukt den lóden September 7 uur v.m. naar
Darmaradja, alwaar oordbivaks worden betrokken in den drie
hoek Darmaradja Wado Tjadasngampar, met afsluiting van
alle uit het Noorden en Oosten, zoomede van Malangbong en
Sitoeradja voerende wegen en paardenpaden.
4. Door Uwe Cavalerie zal worden opgehelderd tot de lijn:
Karedok Sangiang Beuheung-Leuwihieum. Het défilé van
Sangiang Beuheung wordt door de Cavalerie vastgehouden tot
de aankomst der sub 5e bedoelde compagnieën. Eventueel
op den westelijken oever doorgedrongen vijandelijke Cava-
lerie-afdeelingen moeten over de Tji Loetoeng worden terug
geworpen.
Bericht wordt ingewacht:
a. van eene eventueele bezetting van het défilé van San
giang Beuheung:
b. van de geschiktheid van de Tji Loetoeng, vóór deze de
vlakte van Leuwihieum begrenst, voor den overgang van berg-
artillerie.
Een officierspatrouillel1) wordt uitgezonden langs den weg:
Tjilengkrang - Lemahpoetih - Bantaroedjak - Teloega Madja, ten
einde gegevens te verkrijgen omtrent eventueele beweging
en de samenstelling van vijandelijke strijdkrachten op de wegen
van Cheribon naar Tomo en mogelijke bezetting van Tomo.
In verband met de „onderstelling" gefingeerd.