2 In vele werken over het hier bedoelde gedeelte van den oorlog wordt de meening verkondigd, dat de drie beste divisiën van het Japansche Leger voor de eerste operatiën van den veldtocht waren aangewezen. In hoeverre deze be wering ten opzichte van de 2de divisie juist is, valt moeilijk te beoordeelen, al lijkt het niet waarschijnlijk, dat zij zoovee! beter dan de andere divisiën zouden zijn. Daarentegen is de garde samengesteld uit de beste elementen onder de dienst plichtigen van het gansche rijk, doch niet, zooals wel eens beweerd is, uit de afstammelingen van den Japanschen adel, waaronder men dan de vroegere samurai's verstaat. De samurai's van weleer, eigenlijk eene kaste van krijgslieden, leveren met den vroegeren hof- en leenadel het grootste gedeelte der landsdienaren, officieren van land- en zeemacht en be ambten, enz. Van de 3 divsiën van het Eerste Leger was alleen de 12de voorzien van berggeschut; de regimenten artillerie van de garde en de 2de divisie waren bewapend met veldmateriëel. Deze verhouding tusschen veld- en berggeschut heeft wel aanleiding gegeven tot de opmerking, dat de Japanners de moeilijkheden van den opmarsch door Korea onderschat zouden hebben en inderdaad schijnen zij zoovele moeilijkheden niet verwacht te hebben; maar zeer waarschijnlijk heeft hier nog eene andere beweegreden medegewerkt. Het was de eerste keer, dat het jong georganiseerde japansche Leger tegen eene machtige militaire mogendheid zou optreden; de Japanners zelf zagen zeer goed in, dat hunne overwinning over de Chineesche benden in 1894'95 geen alles beslissende krachtproef was en zoo besloten zij zich door de moeilijkheden van het vervoer niet te laten weerhouden om het zooveel machtigere veldgeschut te doen optreden. Dat zij door hunne ondervinding gedurende den oorlog in deze opvatting bevestigd zijn, blijkt hieruit, dat bij de reorganisatie van het leger na den oorlog alle tot de divisiën behoorende regimenten artillerie met veldgeschut uitgerust werden, terwijl de bergartillerie beperkt werd tot 3 afdeelingen, elk van 3 batterijen Het Bij mobilisatie vormen deze afdeelingen te zamen 3 regimenten van 6 batterijen elk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1913 | | pagina 10