6
Chinnampho over Mundongtyöm naar Yönjyu en komt aldaar
den 23sten aan. De 12de divisie verlaat Phyöngyang den
17den Maart en komt den 23sten d. a. v. te Syunchhyön.
Op die wijze hoopte Kuroki den 23sten Maart zijn leger
in de hem aangewezen ruimte verzameld te hebben met de
garde en de 12de divisie in voorste linie, de 2de divisie
achter de garde en 5 eskadrons met 1 bataljon infanterie
vooruitgeschoven aan de Chhyöngchhyöngang.
De uitvoering der gemaakte beschikkingen ondervond echter
aanmerkelijke vertraging.
In de eerste plaats noodzaakte de aanwezigheid van drijfijs
nabij de landingsplaats tot uitstel van de inscheping. In plaats
van den 6den, zooals aanvankelijk gelast was, kon de in
scheping eerst den llden beginnen. De Opperbevelhebber
zelf vertrok den 14den Maart uit Hiroshima.
Te Chinnampho aangekomen, vernam hij het volgende:
De sterkte der vijandelijke troepen te Antung wordt thans
op 4000 man geschat. Te Koantien is hun aantal slechts
gering en nabij Chiuliench'eng zijn geen toebereidselen tot
verdediging gemaakt. Volgens geruchten zouden te Antung 1500
man cavalerie zijn, evenveel te Pakchhijön, 50 man cavalerie
op den rechteroever der Chhyöngchhyöngang en 50 a 60 te
Kuisyöng. Er gaat een gerucht, dat de Russische troepen, die
den 3den of den 4den Maart Korea binnengerukt zijn, artillerie
bij zich hebben, maar dit gerucht wordt niet bevestigd. Het
zal wel alleen cavalerie zijn.
Ondertusschen had de 12de divisie hare voorwaartsche be
weging reeds begonnen; de maatregelen des vijands maakten
rechtstreeksche beveiliging van de landingsplaats niet noodzake
lijk, terwijl de mogelijke aanwezigheid van sterke vijandelijke
cavalerie te Pakchyön, dus niet ver van de Chhyöngchhyöngang,
eene tijdige bezetting van deze belangrijke terreinhindernis zeer
wenschelijk maakte. De commandant der 12de divisie had dan
ook niet gewacht op de aankomst der zelfstandige cavalerie
van het leger, doch het gros zijner eigen cavalerie met infanterie
en genietroepen (nl. 12de R. C. met achterlating van 1 peloton
bij de divisie, IIl'14de R. I. en 13 compagnie genietroepen)