7 naar Anjyu vooruitgezonden, waar het den 1 lden Maart aankwam. Het bezette Maingjyu en Pongnimmi elk met 1 compagnie en patrouilleerde in de richting van Kaichhyön en Yöntang. Den 17den kreeg het voeling met vijandeijke troepen te Pakchhyön. De genietroepen zochten ondertusschen plaatsen geschikt tot het overbruggen van de rivier en verbeterden de wegen. De hoofdmacht der divisie marcheerde in vier colonnes achter elkander op den weg naar Syunchhyön, nl. de staf der 12de brigade en het 47ste R. I. in de eerste colonne; de staf der 23ste brigade, het 24ste R. I., de staf en 1 afdeeling van het 12de R. V. A. in de tweede colonne; de divisiestaf, het 46ste R. 1., 1 peloton van het 3de eskadron en de andere afdeelingen van het 12de R. V. A. in de derde colonne; het XII B. G., (hiervan 1/3 compagnie te Anjyu) en de overige troepen in de vierde colonne. Den 26sten Maart was de divisie nabij Syunchhyön en Chasan verzameld. Nog vóór de aankomst van den Opperbevelhebber in Korea waren de zelfstandige cavalerie en de technische afdeeling, genoemd op blz. 5 geland, en wel op den 13den en 14den Maart te Chinnampho. Zij begaven zich dadelijk naar de Chhyöngchhyöngang, waar zij het vooruitgeschoven detachement der 12de divisie vonden. De Opperbevelhebber was onderwijl tot de overtuiging gekomen, dat de aanwezigheid van sterkere afdeelingen aan de Chhyöngchhyöngang gewenscht was, niet alleen tot het vast houden van deze terreinhindernis, maar ook tot dekking van het slaan van jde bruggen over die rivier en over de Tainyöngang. Onder de gegeven omstandigheden was het daartoe het eenvoudigste de z.g. zelfstandige cavalerie met het vooruitge schoven detachement der 12de divisie onder één bevelhebber te vereenigen; de garde en de 2de divisie waren nog veel te ver weg, om daartoe afdeelingen af te staan. Bovendien zou het te vormen detachement rechtstreeks onder den Opperbe velhebber staan, buiten het divisieverbandook deze overweging leidde er toe troepen van verschillende divisiën te nemen. Zoo kwam den 18den Maart het detachement Asada tot stand, zoo genoemd naar zijn commandant, Generaal Majoor Asada, commandant der 1ste brigade van de garde. Behalve de reeds

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1913 | | pagina 15