22
Tusschen Kuloutzu en Anp'inghe zijn ongeveer 130 man
vijandelijke cavalerie; nabij Huashukou, tegenover Syuguchin,
1 peloton van hetzelfde wapen. Op de drie riviereilanden nabij
Wiju zijn onderscheidenlijk 20, 30 en 100 man. De armen van de
Yalu en de Aihe zijn zeer gezwollen en dientengevolge op het
oogenblik bijna overal ondoorwaadbaar. De waadbare plaatsen bij
Pyökdong en Chhyangsyöng worden door 10 a 20 man bewaakt.
Den 13den April waren aanwezig te Changtienhek'ou 15, te
Wanpaichihling 30, te Yungtien 45, te Yungtiench'eng 300 en
te Changtiench'eng 1500 man.
Sedert den 15den bevinden zich vijandelijke voorposten te
Yongun; tegenover Chhyöngsyöndong, Pangsandong en Okgang-
chin staan sterke afdeelingen. Er is geen waadbare plaats in
de Yalu tusschen Syuguchin en Wiju en bij Okgangchin.
Den 17den werd bericht omtrent vijandelijke veiligheidsafdee-
lingen te Pyökdong en op de hoogte tegenover Chhyungheungni.
Den 16den zouden te 9 u.n.m. 2000 man vijandelijke cavalerie de
rivier over- en Chhosan binnengetrokken zijn. Den 22sten waren
nog 700 man vijandelijke cavalerie te Chhosan, terwijl 300 man
van hetzelfde wapen naar Pyökdong vertrokken zouden zijn.
Alle berichten, welke tot den 24sten April binnenkwamen, te
zamen genomen, scheen de geheele Russische strijdmacht op
den rechteroever te bestaan uit 13000 man inf., 5000 man cav.
en 60 stukken; bij Hosan zouden zich daarvan bevinden: 1000
man inf. en 1000 man cav. met 6 stukken; bij Chiuliench'eng
ongeveer 5000 man, hoofdzakelijk inf., en 24 stukkenbij Antung
3000 man, hoofdzakelijk Inf., en 26 stukken; bij Fenghuangch'eng
3000 man, hoofdzakelijk inf. Volgens andere berichten waren er in
het geheel 15000 man inf. en cav.; ook waren er den 18den 13 korte
kanonnen, door 1 paard getrokken, gezien. Tusschen Anp'inghe
en Huashukou zouden ongeveer 1600 man vijandelijke cavalerie
zijn; tusschen Chhosan en Thongkusyöng 1500 man cav.tus
schen Sutien en Changtienhek'ou 500 man inf. en cav. met 2
stukken; te Hsiaop'ushihhek'ou 1000 man cav.; te Tatungkou,
Takushan en omstreken 1500 man inf., cav. en art.
(0 Verg. Kriegsgeschichtiiche Einzelschriften, Heft 39/40, blz. 89. De
hierboven gegeven mededeelingen zijn ontleend aan het Japansche
Generale-Stafwerk.