31
Maar de Russen lieten de Japanners, om zoo te zeggen,
rustig hun gang gaan en zoo kon Kuroki in alle kalmte zijne
operatiën uitvoeren, alsof het eene vredesmanoeuvre gold.
Het is een bekend feit, dat de Japanners hunne plannen
voortreffelijk weten voor te bereiden en uit te voeren, zoolang
maar ruim daartoe de tijd gelaten wordt. Worden zij echter
in de uitvoering door eene plotselinge gebeurtenis verrast, dan
zijn zij meestal niet in staat met de noodige vlotheid het besluit
te nemen, dat onder de veranderde omstandigheden het beste is;
zij komen dan in een dergelijken toestand, dien men in Indië
„bingoën" noemt, een verschijnsel, waarop reeds eerder gewe
zen is.
Uit het bovenstaande volgt wat een tegenstander der Japan
ners in een mogelijken oolog o.a. in acht te nemen heeft, n.l.
een kondschapsdienst, minstens even deugdelijk als die der
Japanners en verder, nooit lijdelijk afwachten, doch er steeds
op uit zijn door aanvallend optreden, waarvan de vorm en de
wijze van uitvoering in elk bijzonder geval afzonderlijk bepaald
worden, de Japansche legerleiding in de uitvoering van hare
zorgvuldig uitgewerkte plannen zeer grondig te storen.
Ten overvloede zij nog gewezen op twee andere verschijnselen,
welke ook hier waargenomen worden, n.l. het gebruik van den
nacht voor den opmarsch tot het gevecht en het slaan van
bruggen, en de zwakke algemeene reserve.
Wat het eerste betreft, reeds meermalen is gewezen op de
zeer minutieuse en stelselmatige opleiding tot het uitvoeren
van verschillende handelingen in de duisternis. Sedert hebben
ook de nieuw verschenen reglementen den nadruk op het houden
van nachtelijke oefeningen gelegd en nemen zij een groot deel
van den oefeningstijd in beslag.
Zwakke algemeene reserven worden ook thans nog meermalen
waargenomen; in verslagen over de jaarlijksche Keizermanoeu-
vres werd dit meer dan eens ter sprake gebracht. Klaarblijkelijk
zit het verlangen, om van huis uit met overmachtige krachten
op te treden, hierbij voor en neemt men daarbij het nadeel
eener zwakke algemeene reserve in den koop mede. Wederom
Verg. ook het verslag over 1 Nov. 1911—1 Febr. 1912, bijlage 1,
blz. 3.