34 of iets dergelijks ten opzichte van het Yaludal genoemd worden terwijl de vergelijking met den Hlangwane-heuvel bij Colenso, gemaakt door Hamilton in zijn „Staff-Officer's Scrap-Book" heelemaal niet op gaat. De reeds meergenoemde heuvelrij, welke vandenTelegraafberg in ongeveer noordelijke richting loopt, daalt geleidelijk, bijna glacisvormig, af naar de Aihe. Wel bevinden zich hier en daar eenige lage kopjes en uitloopers, waardoor eenige gedeelten dicht bij den oever van den kam der hoogte niet zijn te zien, doch de rivier zelf ligt buiten den dooden hoek. Tot het voeren van een gevecht met tijdwinst als eenig doel en dat in geen geval met eene ongunstige beslissing eindigen mocht en dus bijtijds afgebroken moest worden, verdiende eene bezetting van den kam der hoogte de meeste aanbeveling. Het uitzicht liet weinig of niets te wenschen over; het schootsveld, blijkens het bovenstaande, evenmin, terwijl het altijd mogelijk was de kopjes en uitloopers nabij de Aihe, waarvan boven sprake was, door patrouilles te doen bezetten, die de voorste vijandelijke patrouilles zouden tegenhouden, althans in hunne bewegingen belemmeren. Behalve het niet gering te schatten moreele voordeel van eene stelling op eene hoogte, had men dan nog het voordeel, dat de terugtocht, waamede het gevecht bijtijds eindigen moest, niet tegen de heuvels op moest geschieden. Had Kolonel Gromow zijn stelling volgens deze beginselen gekozen, dan had hij in een breed front kunnen terugtrekken onder dekking van de pas verlaten heuvelrij. In het zuidelijke gedeelte der Russische stelling was de toestand niet zoo gunstig, omdat aan den voet van de heuvelrij eene vrij groote onbestreken ruimte zich bevindt, terwijl het aldaar gelegen Chiuliench'eng dit nadeel nog grooter maakt. Daar zou dus eene lager gekozen vuurlijn voor de infanterie beter zijn geweest. Stellingen, waaruit de artillerie geheel gedekt op de tegenpartij zou kunnen vuren, waren in groot aantal te vinden geweest; tijd tot verbetering van de toegangen was in ruime mate aanwezig. Op deze wijze gebruikt, had zelfs eene zwakke artillerie als de Russische het langen tijd kunnen volhouden. Verg. Kriegsg. Einzelschriften, Heft 39/40, blz. 77.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1913 | | pagina 42