HET JAPANSCHE EERSTE LEGER
TOT AAN DEN SLAG AAN DE YALU.
I. De opmarsch van het Eerste Leger naar de Yalu.
Het gebied, waardoor de opmarsch naar de Yalu moest
plaats hebben, was het Japansche legerbestuur niet onbekend.
Reeds in den oorlog tegen China waren Japansche troepen
hier opgetreden, terwijl de vele betrekkingen, welke Japan
steeds met Korea onderhouden had, gelegenheid gaven het
land en zijne hulpbronnen nauwkeurig te leeren kennen. Het
was dus bekend, dat de opmarsch naar de Yalu zou geschieden
door een wegenarm land, bewoond door eene dun gezaaide
en arme bevolking. Zoo goed als zeker zou de gesteldheid
der wegen alles te wenschen overlaten, terwijl op voorraden,
groot genoeg tot verpleging van groote troepenafdeelingen,
niet kon worden gerekend.
Tot rechtstreeksche voorbereiding van de operatiën dienden
de waarnemingen en meldingen van den kolonel van den
generalen staf Yasuharu Matsuishi, die sedert geruimen tijd
te Seoul vertoefde en zoowel het Keizerlijke Hoofdkwartier
te Hiroshima als den Opperbevelhebber van het Eerste Leger
van de plaatselijke toestanden en de bewegingen des vijands
op het aanstaande operatietooneel op de hoogte hield. Tot
sous-chef van den staf van het Eerste Leger benoemd, bleef
hij tot de landing van het hoofdkwartier van dat leger in
Korea te Seoul.
Den 5den Februari 1904 werd de mobilisatie van den staf
van het Eerste Leger,, van de staven der garde-, der 2de en
der 12de divisie, alsmede van de voor dat leger bestemde
etappetroepen gelast, terwijl den lOden d.a.v. de samenstelling
van het Eerste Leger bekend gemaakt werd.
Extra bijlage No. 34 I. M. T. 1913. 1.